9 Septewber 1920
- 181
begrooting belasten met f 25000,— terwij! de rest ten
laste der bedrijven komt en gevonden moet worden
door verhooging van den gasprijs. Bij een dergtlijke
belastingvermeerdering mag men er wel op letten, oi
de voorgestelde verhooging werkelijk gemotiveerd is.
Wanneer spreker de cijfers van Burgemeester en Wet-
houders ziet, dan is de zaak zeker niet van den lagen
kant aangegrepen. Hij zal eenige pas ingevoerde cijfers
wat betreft het loon van de laagste categorie, van an-
dere gemeenten noemen Utrecht f 28.80, hier f 31,05,
Gouda f 28.35. Arnhem f 27.45. Rotterdam Uen Haag
Bloemendaal f 30f 32 Amsterdam f 29.70, sedeit 1
Juli een uniformloon van f 34.20.
In minimum wordt hier dus voorgesteld een verschil
van ruim f3. met Amsterdam en in maximum een
verschil van f 1.80, een verschil. dat spreker wel wat.
gering virdt Verder zegt spreker, dat de stijging der
loonen sedert 1 Januari 1915 ongeveer 175 pCt heeft
bedragen voor de arbeiders, ongeacht het premievrij
pensioen, voor de wachters of wakers bedraagt dit
zelfs 252 pCt. Hij gelooft wel, dat andere werklieden
er naar zullen haken om ook in dienst der gemeente
te komen. Sprrker weet thans niet met zekeiheid het
indexcijfer voor de s'ijging der levensbehoehen, maai
het staat wel vast dat de stijging van het loon van
gcen enkelen der werklieden beneden dat indexcij-
fer blijft en hij gelooft, dat aan slechts weinigen der
burgers een dergelijke loonsverhooging is ten deel
gevallen. In de Commissie voor de Bedrijven is de
loonsherziening ook besproken. Er was indertijd een
voorstel van Burgemeester en Wethouders om deze te
bepalen op f 28 35-f 29 70. Gelet op reeds bestaande
loonen zou spreker willen voorstellen deze te bepalen
op f 28 80—f 30.15. Hij zou het echter niet kwaad
vinden er nog 2 verhoogingen er aan te voegen en
het loon dus willen stellen op 2880 f 31.05 De
regeling van het loon van de jongens beneden de
23 jaar, zou dus loopen vanaf f 28,80, omdat hij het
loon van de jongens ten opzichte van de volwassenen
en geroutineerde werklieden met vakbekwaamheid, op
hel oogenblik wel wat vee! vindt. Spreker voelt er
niets voor om het loon van de wachters of wakers te
verhoogen. Ten slotte is spreker tegen vacantie- en
kindertoeslag, doch behoudt zich het recht voor daar-
op nader terug te komen.