9 September 1920
188
De heer Tromp meende, dat de werklieden veree-
niging „Poor Eendracht Steik'* tenslotte den kinder-
toeslag had aangenomen, daar zij anders meer loon
had gevraagd. In de tweede plaats begaat men, zegt
spreker, een groote onbillijkheid tegenover de gezinnen
die thans wel kindertoeslag genieten.
De Voorzitter antwoordf, dat niemand in loon ach-
teruit gaat.
De heer Tromp vervolgt, dat men toch een scheeve
verhouding krijgt, wanneer menschen met 6 en 8
kinderen geen toeslag meer krijgen. Er komt een pe-
riode, dat de groote gezinnen meer inkomen hebben
dan de kleine, maar er is ook een andere periode.
Overleg wil niet zeggen advies, maar overleg, dat van
beide partijen moet komen. Hij komt tot de conclusie
dat het nog veel erger is dan vroeger en dat men nu
nog langer over een loonsherziening praat. De ge-
meente Heemstede gaat met haar tijd mee, maar de
tijd, besteed aan de Commissie van Overleg gaat ook
mee, want deze neemt haar tijd ook in bcslag. Ue
Commissie van Overleg helpt de zaak niet vooruit
wat betreft het spoedig besluiten, maar achteruit.
üe h.eer de Wilde zou willen vragen, of zijn op-
vatting juist is, dat de Voorzitter niet toe zou laten
dat meer dan tweemaal het woord mocht worden gevoerd
over eenzelfde onderwerp. Spreker zou het nu gespro-
kene willen beschouwen als algemeene beschouwin-
gen, omdat thans de zaak nog maar in breede trek-
ken wordt behandeld. Hij heeft alleen nog maar ge-
hoord het voorstel van den heer Tates om alleloonen
met 45 cent te verhoogen,
De Voorzitter meent, dat men reeds bezig is met
de behandeling van het voorstel zeif. L'e Raad kan
natuurlijk anders beslissen.
De lieer de Wilde is van gedachte, dat men het
recht heeft algemeene beschouwingen te houden.
De Voorzitter kan zich hiermede vereenigen Spre-
ker vreest, dat wanneer men na de algemeene be
schouwingen alles nog eens gaat uitpluizen, zijn mee-
ning zegt en repliceert, er geen eind aan komt.
üe heer Dr Droog vat de zaak zoo op, dat de
kleine dingen reeds tot oplossing zijn gekomepTmaar
dat de Raad zich niet direct bindt aan/"de groote
dingen. Bij slot van rekening zijn de raadsleden toch