9 September 1920
193 -
willen vragen, of het we! noodig is aan Openbare
Werken iemand te hebben met een zoo groot salaris.
Ook kan hij zich niet vereenigen met het salaris van
den bode Ioopende van f 2400f 3000, een salaris
dat in ons land een unicum is, voor iemand, die niets
doet dan stukken rondbrengen en de wacht houden.
Een salaris voor een agent 2de klas tfan f 38,70 per
week acht hij zonder nadere toelichting niet gemoli-
veerd. Voorts wijst spreker er op, dat in de toelich
ting is vermeld. dat periodieke verhoogingen om het
jaar worden toegekend. rtij zou de periodieke ver-
hoogingen niet automatisch willen toekennen en daar-
om stelt hij vonr er aan toe te voegen „bij gebleken
geschiktheid". i'nans hebben Burgemeester en Wet-
houders niet de bevoegdheid iemand een periodieke
verhooging te onthouden, terwijl het toch niet goed
is iemand een verhooging toe te kennen, alleen om
het feit. dat hij er nog is.
De heer Van der Erf meent, dat de stijging van
Ioon het gevolg is van de stijging der levensbehoeften.
Hij zou daarom wel willen weten, waarom nu de
loonen der ambtenaren met 29 pCt en die der werk-
li den met 19 pCt zullen stijgeri. terwiji de stijging
der Ievensbehoefien voor beide gelijk is tiet verband
hier tusschen ontgaat spreker.
De heer Tates vindt het niet recht duidelijk, naar
aanleiding van de opmerking van den hterVan Unen
inzake het loon van een 2de klerk aan Openbare Wer-
ken, waarom een salaris van f 1500.te veel is. 't Is
toch iernand van 22 23 jaar. Zou het niet op den
weg van Burgemeester en Wethouders liggen die
menschen een goed salaris te geven. Als men dit
salaris vergeiijkt met het loon van een arbeider, dan
is een salaris van f 1500toch te kort voor iemand
die al examens heeft afgelegd. Hij kan zich niet ver-
eenigen met de regeling voor de Opzichters aan de be-
drij.en. Hij zou dezen willen noemen den een Opzich-
ter voor het gas- en waterleiding- en den ander Op-
zichter voor het electriciteitsbedrijf Stuurt men den
fen opzichter uit voor electriteit. dan zal deze paf
staan. De opzichter over electriciteitwerken moet iemand
zijn, wien het volkomen is toeverirouwd. Verleden
jaar iser ook al over gesproken, want toen hoorde
hij al thuis in het ambtenarenkorps. Spreker vindt, dat
deze menschen naast elkaar, maar niet onder elkaar
behooren te staan.