2 November lfc20.
242
geeft een pak bouwvergunningen en wanneer deze eérst
naar een Commissie moeten, wordt de zaak veel kost-
baarder. Zooals het hier gaat is veel eenvoudiger en de
heer Cuypers is een zeer bevoegd persoon om advies
uit te brengen.
De heer Vring zegt, dat men dus den beker tot den
laatsien druppel zal moeten ledigen.
De heer Tates zegt, dat men op het oogenblik in
een donkeren tijd leeft, d w. z dat het donkere maan
is De lantaarn bij de Van Merlenbrug en ook bij de
Glipperbrug wordt wordt erg laat ontstoken, zoodat
het daar lang donker blijft.
Of deze lantaarns automatisch worden ontstoken
of niet, is spreker niet bekend. maar hij weet wel,
dat het er erg gevaarlijk is, vooral door de leelijke
bocht in den Glipperweg.
Ue Voorzitter weet ook niet, of het automaten zijn.
l e heer de Wilde meent van wel.
Üe Voorzitter zegt, dat bij het opsteken altijd ver-
schil is tusschen het tijdstip, waarop de eerste lan-
taarn en dat, waarop de laatste wordt aangestoken.
Men zou dan de eerste al moeten opsteken als het
nog licht is.
Ue heer Tates acht het verschil thans wel wat groot.
De Voorzitter zal er op lelten,
De heer van Unen zou willen vragen. naar aanlei-
ding van het gesprokene door den heer Vring, of de
heer Cuypers op zoo hoogen leeftijd nog in staat is
al het werk behoorlijk re kunnen nagaan.
De Voorzitter antwoordt, dat de heer Cuypers nog
niet zoo oud is. Men moet hem niet verwarren met
zijn vader, die reeds een heel oud man is.
Daar niemand meer het woord verlangt sluit de
Voorzitter de Vergadering en bedankt de leden voor
hunne tegenwoordigheid.
De Secretaris,
De Voorzitter,