2 November 1920, 237 dienen, omdat ze al spoedig om toeslag zullen komen. Ue heer Tiomp acht hetbeter het tijdvak 1 November 1919 tot 1 November 1920 te nemen. De heer Jhr. van de Poll vindt het lastig voor de werklieden zelf om het loon over dat tijdvak op te geven. De Voorzitter zegt, dat niet iedereen dermate boek houdt van zijn inkomsten, dat hij over een geheel jaar kan opgeven, hoeveel hij elke week heeft ver- diend. Daarom hebben Burgemeester en Wethouders het loon over het laatste halfjaar genomen, omdat dit beter is op te geven. De heer de Wilde merkt op, dat men dan wel 52 maal het loon van de laatste week zou kunnen nemen. De Voorzitter zegt, dat wanneer dit toevallig een heel goede week is, inen al een erg ongunstige rege- ling krijgt. o»e heer Tromp vindt, dat wanneer men niet kan vertrouwen, dat ze het loon over een vol jaar kunnen opgeven, men ook niet kan vertrouwen de opgave over een halfjaar De Voorzitter geeft toe, dat aan een korten tetmijn bezwaar is verbonden, maar in elke andere regeling zit ook bezwaar. De heer Vring vraagt, of voor seizoenarbeiders, die in den winter werkloos zijn, een bepaalde aftrek kan plaats hebben van het loon, dat ze in de zomerntaan- den hebben verdiend. De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders volgens het bepaalde sub B van het ontwerp-besluit ter uitvoering van deze regtling de noodige maatre- gelen kunnen treffen. Oe lteer Vring zegt, dat men dus voor menschen, die zonder werk zijn, een bepaalden aftrek zou kun- nen toestaar. De heer de Wilde zegt, dat wanneer Burgemeester en Welhouders daarmee rekening willen houden, hij geen bezwaar meer heeft tegen de voorgestelde redactie. De Voorzitter acht het beter, dat de Raad uitmaakt. hoe de regeling moet geschieden en dit niet aan Bur- gemeester en Wethouders overlaat De heer Jhr. van de Poll zegt, dat de loonen dit jaar weer hooger zijn geworden en dezen winter misschien nog hooger zullen gaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1920 | | pagina 5