)20.
98
December 1920.
RAAMD
DRAQ
3R 1921
K)
10
VOLGNUMMER
170
171
172
53
MEMORIE VAN TOELICHTING
Aflossing der leeningen oorspronkelijk groot
12800.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
5750,-
80000.-
145000,-
13000,-
80000,-
165000,-
25000,-
10000,-
179000,-
350000,-
36000,-
10000.
220000,-
166000,-
100000,-
26500,-
103000,-
140000,-
102000,-
99000,-
Het hooger geraamde bedrag ad 18000,-
leeningen.
400,-
250,—
2000,—
2000,—
4000,—
500,—
3000,—
4000,-
1250,—
500,—
6000,—
2000,—
1500,—
1000,—
7000,—
4000,—
2000,—
2000,—
4000,—
28000,—
5000,—
3000
Totaal 83400,—
wordt noodig geacht voor aflossing op spoedig te sluiten
Toelage Wed. A. Kersten 2,— per week 104,—
Mej.E. M. Timmerâ 3,— 156,—
F. Waringa bij pensioen 100,—
G. Bouman bij pensioen75
J. H. Snijder bij pensioen 125,—
De bijslag op toelage en pensioenen ingevolge de
Pensioenwet voor de Gemeente Ambtenaren
1913 bedraagt tot 1 Jan. 1921,krachtensraadsbesluit
van 5 Aug. 1919, no.54 voor:
Wed. A. Kersten„78.—
J. H. Snijder380,—
G. Bouman n 250.
Mej. E. M. Timmer78.
Raadsbesluit van 4 Maart 1909.
28 Oct. 1910.
20 Juli 1911.
20 Mei 1914.
6 Oct. 1914.
560,-
786,-
n Totaal 1346.of afgegrond 1350.
Deze bijslag wordt tot een gelijk bedrag geraamd als vorig jaar.
bventueele verhooging van dien bijslag kan van den post onvoorziene uitgaven worden afgeschreven.
De gemeente betaalt voor alle ambtenaren, beambten en werklieden de pensioensbijdragen en den inkoop
voor pensioen volgens Raadsbesluit van 30 October 1913, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten
bij besluit van 7 Januari 1914, No. 3.
Verhoogd voorgesteld, ook wegens verhooging van jaarwedden volgens dienstjaren
de gemeente Gas-, Duinwater- en Electriciteitsbedrijven, den Reinigingsdienst en het Grondbedrijf
worden de betaalde pensioensbijdragen in de gemeentekas teruggestort.