129
28 December 1920
3
Art. 7.
De administratief ambtenaar geeft aan Burgemeester
en Wethouders, aan den Voorzitter, elk lid en den
Secretaris van dat College, zoomede aan den Gemeen-
te- Opzichter en aan den in het tweede lid van dit
artikel bedoelden ambtenaar de verlangde inlichtingen
omtrent de boekhouding van het bedrijf en inzage van
de boeken en daarbij behoorende bescheiden
De kas en boeken worden ten minste eenmaal in
eik kwartaal van het kalenderjaar opgenomen door
den Controleur der Gemeentefinanciën,
Van elke opneming wordt proces-verbaal opgemaakt
en hiervan mededeeling gedaan aan den gemeenteraad.
Art. 8.
Voor het uitvoeren van buitengewone werken wordt
door de gemeente aan het bedrijî het noodige kapifaal
verstre.ct op dezelfde voorwaarden a's waarop de ge-
meente dit heeft opgenomen.
Art. 9.
Overtollige kasgelden worden gestort bij de door
Burgemeester en Wethouders aangewezen instellinf,
üe gemeente verleent zoonoodig tijdelijke voorschoî'
ten voor het doen van betalingen door het bedrijf.
Burgemeester en Wethouders stellen de door de
gemeente en het bedrijf te vergoeden rente vast.
Art. 10.
Leveringen en diensten aan- of ten behoeve van
bediijven of aan de gemeente of omgekeerd, worden
aan en door het bedrijf vergoed alsof zij ten behoeve
van derden hadden plaats gehad.
Art. 11.
De door het bedrijf gemaakte winst, waaronder
wordt verstaan het tedrag, waarmede de gezamenlijke
baten de gezamenlijke lasten, met inbegrip der afschrij-
vingen. overtreffen, wordt afgedragen aan de gemeente;
gekklen verlies wordt door de gemeente aangezuiverd
uit de gewone middelen.
De jaailijksche afschrijvingen op de waarde der
bezittingen zal minstens even groot zijn als de ver-