129
28 December 1920
4
plichte jaarlijksche aflossing van het kapitaal, dat ten
behoeve van het bedrijf is geleend.
Jaarlijks voor 1 Juni wordt door den gemeente-op-
zichter de begrooting van ontvangsten en uitgaven
voor het bedrijf voor Openbare Werken voor het
volgend jaar, met eene memorie van toelichting. beide
in drievoud aan Burgemeester en Wethouders inge-
zonden. Deze stukken worden bij de aanbieding van
de gemeentebegrooting aan den Raad overgelegd.
De begrooting wordt jaarlijks bij de gemeentebe-
grooting aan Gedeputeerde Staten overgelegd.
De gemeente-opzichter dient jaarlijks voor 1 Mei
aan Burgemeester en Wethouders in drievoud in een
verslag over den gang van het bedrijf in het afgeloopen
boekjaar.
Bij dit verslag wordt in drievoud overgelegd:
a. de verlies- en winstrekening.
b. de balans bij het einde van het boekjaar.
c. de bescheiden die Burgemeester en \'/ethouders
overigens noodig oordeelen, een en ander in den door
Burgemeester en Wethouders vast te stellen vorm.
Burgemeester en Wethouders brengen de in het vo-
rig artikel vermelde stukken vöör of bij de aanbieding
van de gemeenterekening over het afgeloopen dienst
jaar, bij den Getneenteraad ter tafel.
De verlies- en winstrekening en de balans van het
bedrijf zijn aan de goedkeuring van den Raad onder-
worpen.
Het besluit van Gedeputeerde Staten houdende vast-
steiling van de ontvangsten en uitgaven der gemeente
strekt aan Burgemeester en Wethouders. den Gemeen-
teopzichter en den administratief ambtenaar tot ontlas-
ting, behoudens later in rechten gebleken valschheid
in bewijsstukken.
Deze verordening treedtin werking den 1 sten lanuari
1921.
Gedaan ter openbare vergadering van den 28 De-
cember 1920.
Art. 12.
Art. 13.
Art. 14.
De Secretans.
De^Voorzitter,