130
i
28 December 1920
Art. 7,
De Controleur vergelijkt iedere maand de loopende
rekeningen, die gehouden worden door den ontvanger
en door de beheerders van de bedrijfskassen met de
rekening van de „Centra!e Kas",
Eventueele verschillen worden dadelijk opgelost.
Van deze vergelijking wordt door den controleur
mededeelmg gedaan aan Burgemeester en Wethouders.
Art. 8.
Voor den gemeente-ontvanger worden belegde gel-
den beschouwd als geld in kas Hij is verplicht bij
elke kasopneming inzage te geven van de door hem
gehouden rekening couranf,
Art. 9.
Op bet eind van elk boekjaar bepalen Burgemees-
fer en Wethouders in verband met de overeenkomst
gesloten met de in artikel 4 bedoelde bankinstelling
het bedrag dat elk der administratiën van de gekweek-
te intrest toekomt, welk bedrag als te goed op reke-
nmg wordt bijgeschreven.
Mocht eenig bedrijf rente moeten betalen, dan wordt
dit bedrag van de rekening afgeschreven.
Van deze bijschrijving wordt zoo spoedig mogelijk
kennis gegeven aan den gemeenteontvanger en aan
de bedrijven.
Deze kennisgeving strekt als bewijs van stortinp-
bij den kassier.
l^Deze verordening treedt in werking den 1 sten Janu-
Gedaan ter openbare vergadering van den 28 De-
cember 1920.
De Secretaris.
De Voorzitter,
Art. 10.