Februari 1921. 2 1211, 1212, 382, 383, 384, 385, 386, 387, 388, 390, 391, 395, 3080, 1648, 1649, 1650, 1651, 1652, 1654 en 1682 en zulks onder de volgende bepalingen en voorwaarden 1. dat de bebouwing van de terreinen geschiede overeenkomstig herziening XVII vanhetuitbreidingsplan, met dien verstande, dat bij gesloten bebouwing de breedte van elke woning ten minste 7 M. moet zijn en bij open bebouwing de breedte van elk bouwperceel ten minste 12 M. moet zijn; 2. dat de voorgevels van de op bedoelde terreinen te stichten gebouwen zoover van de rooiingslijn ver- wijderd blijven als bij herziening XVII van het uitbrei- dingsplan is aangegeven, zullende Burgemeester en Wethouders in bijzondere gevallen afwijkingen van deze bepalingen mogen toestaan, wanneer die eene goede exploitatie niet in den weg staan 3. dat de teekeningen van de langs de grenzen der straten te maken hekken aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders worden onderworpen; 4. dat zonder vergunning van den Raad op de voor bouwgi ond bestemde terreinen geene inrichtingen worden opgericht als bedoeld in art. 1 der Hinderwet. 5. Zoodra Burgemeester en Wethouders het in verband met verkeers- en andere belangen noodig oordeelen, dat de door hen aan te wijzen aansluitende wegen of gedeelten van wegen worden gemaakt, zal dit moeten geschieden binnen zes maanden na aan- schrijving op verbeurte eener boete van tienduizend gulden ten bate der gemeentekas te betalen binnen veertien dagen na verloop van genoemde zes maanden. Voor de prompte nakoming van al het in deze voor- waarde vervatte, zullen de door Burgemeester en Wet- houders noodig geoordeelde waarborgen moeten worden gegeven. 6. Aan de uiteinden der straten zullen, waar dit volgens het oordeel van Burgemeester en Wethouders noodig is, grondkeeringen ten hunne genoegen moeten worden gemaakt van voldoende hoogte en van 4 cM. grenen delen tegen 15 cM. dikke kolderpalen. De palen voldoende lang en op afstanden van ten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1921 | | pagina 14