5
sZf Februari 1921.
De bovenkant der houten ankerpalen mag niet hoo-
ger komen dan 0.80 M. beneden N. A. P.
Boven over de schoeiïng te maken een doorloopende
legger van gewapend beton zwaar 18 X 23 cM. met
aan de voorzijde een schuine kant waaraan een T-ijzer
No. 4 aan te brengen.
Boven omschreven walbeschoeiïng, zal in overleg
met Burgemeester en Wethouders op eene andere
wijze mogen worden gemaakt.
Langs het trottoir, waar de straat grenst aan het
Zuider Buiten Spaarne, moet voor afsluiting worden
gemaakt eene rollaag van klinkers, deze rollaag zal op
tenminste 0.25 M. afstand van den bovenkant van het
talud moeten worden aangebracht, terwijl het talud
schuin afloopend moet worden gemaakt ten genoegen
van Burgemeester en Wethouders tot aan den boven-
kant, der hier bovengenoemde schoeiïng.
12. De Craijenestervaart zal vanaf de Blauwe Brug
tot aan het Zuider Buiten Spaarne moeten worden
gebracht op eene breedte van minstens 15 M. en op
eene diepte van 2.60 M. beneden N. A. P. met taluds
van l1/^ op 1. Langs de gedeelten straat, die worden
begrensd door de Craijenestervaart moet binnen zes
maanden nadat met den bouw aan die straat is aan-
gevangen of door Burgemeester en Wethouders eene
aanschrijving is geschied, worden gemaakt, telkens
beginnende en eindigende 5 M. voorbij de straat langs
het bouwterrein eene walbeschoeiïng volgens de vol-
gende bepalingen
De oevervoorziening moet gemaakt worden van een
vlechting van wilgen tuinlatten met paaltjes hoog 30 cM.
beneden N. A. P. een en ander tengenoegen van Bur-
gemeester en Wethouders.
13. De Bronsteêvaart, zal vanaf het Zuider Buiten
Spaarne tot nabij de brug in den geprojecteerden weg
No. 45 moeten worden gebracht op eene breedte van
minstens 16 M. en op eene diepte van 2.20 M. beneden
N. A. P. met taluds van P/2 op 1. De Bronsteêvaart
zal aan de Noordzijde door adressante met 3 M. wor-
den verbreed. Verder zal deze vaart volgens herziening
No. XVII van het uitbreidingsplan worden verbreed tot
eene waterkom zooals op de teekening is aangegeven.