Artikel 2.
Met het opsporen van overtredingen dezer verorde-
ning zijn belast de dienaren van de gemeente- politie
en de daartoe door Burgemeester en Wethouders
aangewezen ambtenaren van den dienst van Openbare
Werken.
Artikel 3.
Overtreding dezer verordening wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van
ten hoogste vijf en twintig gulden.
Zijnde deze Verordening aan de Gedeputeerde
Staten van Noordholland, volgens hun berigt van den
9 Maart 1921, no. 96, in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 18 Maart 1921.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
A. A. SWOLFS.
CCQD114DJ 1G01