22 MAART 1921.
39
De Voorzitter vindt, dat deze moet trachten het
terug te krijgen van de kinderen.
De heer Tates merkt op, dat wanneer het een maand
of drie duurt voor de huurcommissie uitspraak doet
men nog een besluit heeft met terugwerkende kracht.
De Voorzitter zegt, dat voor ambtswoningen geen
goedkeuring van de huurcommissie noodig is. Alleen
voor de andere woningen.
De heer Tates vindt het voor de menschen niet
pleizierig wanneer ze later nog zooveel moeten bijbe
talen.
De Voorzitter denkt, dat de huurcommissie er zich
wel mee kan vereenigen. Als blijkt, dat dit niet het
geval is, wordt het na 1 April te veel betaalde aan
de menschen terugbetaald.
De heer Tromp zou willen vragen of voor de huren
van de andere woningen, dan de noodwoningen op
het Res Novaplein ook een zevende van het gezins-
inkomen is aangenomen.
De Voorzitter antwoordt ontkennend.
De heer Tromp: „waarom niet?"
De Voorzitter antwoordt, dat die huren steeds op
een vast bedrag zijn gesteld.
L)e heer Tronrp zou wel eens een huurconrmissie
willen zien, die dat toestond. Wanneer een gezins-
hoofd met 3 inwonende kinderen elk f 25.of in
totaal f 1U0per week zouden verdienen, zou dit
gezinshoofd f 1 -i huur per week moeten verwonen
en dat nog wel voor een noodwoning.
De voorzitter zegt, dat men toch een lijn moet
hebben. Is het teveel, dan zal de huurcommissie tiet
wel gaan verlagen. Wanneer een weduwe met een
heel klein inkomen een inwonenden zoon heeft, die
veel verdiend, dan zou die weduwe bijna geen huur
behoeven te betalen.
De heer Tromp zou, wanneer men een lijn wi!
hebben, dit een zevende ook voor de andere woningen
willen rekenen.
De Voorzitter zegt, dat dit nieuwe perceelen betreft.
De heer Tromp zou het een zevende willen schrappen
en de huur der noodwoningen op het Res Novaplein
willen stellen op f3.per week.
De Voorzitter deelt mede, dat men gebonden is
aan een door den Minister voorgeschreven huurprijs
omdat die woningen met Rijks geld zijn gebouwd.