22 MAART 1921.
31
11
Herstem-
ming voor-
stel ontslag
personeel.
111
Wijziging
loonrege-
Iingstraatm
De Voorzitter herhaalt, hierover moeielijk te kunnen
oordeelen. Wenscht de heer Van der Erf wijziging
der notulen, dan zal hij daartoe een voorstel moeten
indienen.
De heer Tates meent, dat de zaak door de bespre-
king opgelost is, omdat de heer Van der Erf even
later heeft verklaard, dat hij meer het oog heeft op
de kinderen, zoolang de vaarten nog niet betrouwbaar
zijn.
üe heer Van der Erf acht de zaak van te weinig
belang om daarover een voorstel in te dienen. Hij
heeft er alleen maar op willen wijzen, dat het zijn
bedoeling niet was een huur te vragen voor de ijsbaan
De notulen van 28 December 1920 worden hierna
zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
II. Herstemming voorstel inzake ontslag personeeh
Herstemming moet geschieden over het voorstel
van den heer C. Tromp, dat vast personeel niet zal
worden ontslagen dan nadat is nagegaan. of geen Ios
personeel in ongeveer gelijksoortigen v/erkkring werk-
zaam is, in welk geval in de plaats van het vaste
personeel dit los personeel zal worden ontslagen en
het vaste personeel, dat zou ontslagen worden in
dien werkkring vast wordt aangesteld.
De uitslag der stemming is, dat de stemmen op-
nieuw staken, zoodat het voorstel wordt geacht te
zijn verworpen Tegen stemden de heeren Breed
Preyde, Van Unen, Van der Kloot Meyburg, Dr. Droog'
en Jhr. van de Poll.
De heer Van der Erf vraagt, of er nu nog gelegen-
heid is op deze zaak terug te komen.
De Voorzitter antwoordt, dat dit thans niet meer
kan, omdat het voorstel afgestemd is. leder raadslid
is echter in de geiegenheid een nieuw voorstel in te
dienen.
De heer Vring vraagt, of men er bij de rondvraag
op terug mag komen.
De Voorzitter zegt, dat dit wel kan, maar dat het
de vraag is, of het in dezeifde vergadering nog be-
handeld zal worden. Dit zou de Raad moeten beoor-
deelen.
III. le Wijziging loonregeling werklieden betref-
fende de straatmakers.
Het voorstel en ontwerp-besluit luiden