22 MAART 1921.
32
1 e Wijziging loonregeling werklieden,
De heer Van der Kloot Meyburg vraagt, wat de
bedoeling is van het verleenen van terugwerkende
kracht aan dit besluit tot 1 September 1920 en of
misschien een der straatmakers ziek is.
De Voorzitter antwoordt, dat de straatmaker M. J.
geck ziek is»
De heer Van der Erf acht het onpractisch op het
advies terug te komen, maar vindt toch iets scheefs
in de regeling. De straatmakers zijn de eenige werk-
lieden, die de risico van weer en wind hebben te
dragen. hij zou de straatmakers in een zoodanige
loonklasse willen plaatsen. dat zij een vast loon ont-
vangen en geen straatgeld meer. Dat loon zou dan
gelijk moeten zijn aan het tegenwoordig loon plus
het straatgeld, De straatmaker weet thans niet, hoever
hij komt, omdat het loon naar het vorig jaar wordt
omgeslagep. Geeft men hem een vast loon, dan is
dat ondervangen en is alle last weg.
De Voorzitter zegt dat de straatmakers niet de
eenige menschen zijn, die aan weer en wind zijn
blootgesteld, maar bijv. ook de lantaarnpoetsers. weg-
werkers enz. Behalve loon ontvangt de straatmaker
een premie en daar is een zeer groot nut aan ver-
bonden. Een extra belooning voor bestrating geschiedt
als een soort prikkel om zooveel mogelijk te bestraten
en dat is hier steeds gesanctionneerd. Nu meenen
Burgemeester en Wethouders, dat het billijker is bij
ziekte het straatgeld tot het loon te rekenen, zoodat
hij dat ook bij ziekte uitbetaald krijgt. Naar het be-
drag daarvan behoeft men niet erg te zoeken, omdat
de getallen bekend zijn. Hij vindt het daarom beter
de regeling zoo te laten
De heer Van der Erf bedoelt niet, dat zij de eenige
menschen zijn die buiten werken, want dat doen vele
andere werklieden ook, maar dat zij bij slecht weer
of vorst niet kunnen bestraten, en daardoor dan ook
geen straatgeld ontvangen, Zoodoende dragen zij al-
leen de risico van weer en wind. Spreker vraagt,
waarom juist deze categorie een prikkel noodig heeft
en of er nog meer zijn, die ook een prikkel hebben.
De Voorzitter antwoordt ontkennend. De straatma-
kers zijn de eenige werklieden, waarbij een soort van