22 MAART 1921.
33
stukloon te berekenen zou zijn. Bij de andere catego-
riën, zooals bijv. lantaarnpoetsers is dit moeilijk toe
te passen.
De heer Van der Erf zegt te weten, dat de arbeiders
er zelf tegen zijn.
De Voorzitter zegt, dat dit niet blijkt uit het advies
van de Commissie van Overleg.
De heer Van der Erf weet zeker, dat ze er niet
voor zijn.
De heer Dr. Droog herinnert zich niet, dat er in de
Commissie van Overleg iets over gesproken is. Het
voorstel van de Commissie is heelemaal door Burge-
meester en Wethouders overgenomen en daarom ver-
wondert spreker zich, dat hij niets gehoord heeft van
hetgeen door den heer Van der Erf wordt betoogd.
Wanneer de werklieden zelf er tegen waren, zouden
ze er wel iets over gezegd hebben.
De heer Van der Erf is vast overtuigd, dat ze zelf
liever een vast loon hebben
De heer Dr Droog vindt, dat men dit beter eerst
in de Commissie van Overleg kon brengen.
De heer Van der Erf weet niet precies de werkwij-
ze van de Commissie van Overleg Het lijkt eenigszins
ontactisch deze zaak ter sprake te brengen, "maar
spreker heeft het gedaan, omdat de werklieden zelf
er tegen zijn.
De heer Dr. Droog zegt, dat wanneer men voelt,
dat het ontactisch is, men het niet moet doen. Hij
acht het dan beter de zaak in de Commissie van
Overleg ter sprake te laten brengen
De Voorzitter vraagt, waar Burgemeester en Wet-
houders zich aan rnoeten houden. Er is een voorstel
van de Commissie van Overleg; Burgemeesler en
Wethouders nemen dit over en brengen het in den
Raad en dan zegt de Raad dat door het voorstel de
bedoeling niet juist is weergegeven, op die v/ijze wordt
het voor Burgemeester en Wethouders een heei moei-
lijke positie.
De heer Tromp zal het niet hebben over de Com-
missie van Overleg, maar zou willen vragen, onder
welken post het straatgeld wordt geboekt, want Beck
krijgt nu wel straatgeld, terwijl toch geen steen door
hem wordt verlegd.
De Voorzitter deelt mede, dat dit wordt geboekt op
den post arbeidsloonen, omdat het als een deel van
het loon wordt beschouwd.