22 MAART 1921. 36 De Voorzitter bedankt de heeren stemopnemers. VIII. Aanvulling politieverordening betreffende be- smettelijke ziekten. Het voorstel en ontwerp-besluit luiden 14. Aanvullingalgemeene Politieverordening. De heer Tates acht het zeer toe te juichen, dat kin- deren, die verontreinigd zijn, niet in de school wor- den toegelaten. Hij vraagt, of dit echter niet op een andere wijze kan worden bestreden dan door een be- paling in de politieverordening op te nemen, want het is toch niet direct altijd de schuld van de kinderen of de ouders De Voorzitter deelt mede, dat de hoofden der scho- len de kinderen niet mogen toelaten. Voor de open- bare school bestond een dergelijke bepaling reeds. Weigert het hoofd der school aan een kind den toe- gang tot de school, dan zal dit kind eerder order de oogen van het Gemeentebestuur en van den arts ko- men, hetgeen zeer in het belang van het kind is. De heer Tates zegt, dat dus geen strafvervolging tegen de ouders zal worden ingesteld. i»e Voorzittei antwoordt, dat de hoofden der scho- Ien verantwoordelijk zijn. 't Is meer de bedoeling, dat door het v/eigeren van toegang tot de school, de aandacht der ouders wordt gevestigd op de ziekte hunner kinderen. Dikwijls letten de ouders daar niet op. De heer de Wilde zegt, dat het dus de bedocling is, dat de hoofden der scholen bij ovettreding boete kunnen krijgen. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer Van der Kloot Meyburg vindt het nog al een zware eisch voor de hoofden der scholen Zij treden eigenlijk in de plaats van den dokter, omdat zij moeten uitmaken, of het kind lijdende is aan een van de in de verordening genoemde ziekten. De Voorzitter denkt, dat de hoofden zich wel zul- len verstaan met een geneesheer. Hij zou tegen de kin- deren kunnen zeggen, dat ze naar een dokter moeten gaan. VIII Aanvulling Politie- verorden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1921 | | pagina 7