C
19 MEI 1921
90
De heer de Wilde zou het reeds nu al willen ver-
bieden.
De Voorzitter antwoordt, dat dit bij politieverorde-
ning moet worden geregeld. Wordt het Schuine Pad
niet verbreéd, dan zal de verordening wel noodza-
kelijk worden.
De heer de Wilde vindt het broodnoodig.
De heer Tates vraagt, of het dan ook niet gewenscht
is bij politieverordening te bepalen dat men op den
Heerenweg rechts moet rijden. Het fietspad aan de
oostzijde van dien weg is nu magnifiek in orde, zoo-
dat het voor het verkeer van belang zou zijn, dat
ieder rechts moet houden.
De Voorzitter zegt, dat die vraag een dieperen
grond heeft dan men oppervlakkig zou denken. Rechts
is op het oogenblik nog geen fietspad en links in-
zooverre dat de wielrijders voor de voetgangers moe-
ten wijken. Spreker weet niet, of men een dergelijke
bepaling mag maken. Wanneer aan weerszijden een
pad uitsluitend voor wielrijders was, zou het beter
gaan.
De heer Tates geeft dit toe.
De Voorzitfer wil wel eens nagaan, of een derge-
lijke verordening mogelijk is.
De heer Jhr. van de Poll deelt mede, dat hij heel
veel langs den Heerenweg rijdt. Het nieuwe fietspad
is nog niet in orde. Bij stukken is het goed, maar
andere stukken zijn te slecht om te berijden.
De Voorzitter denkt, dat wanneer het klaar is, er
wel borden aangebracht zullen worden.
Daar niemand meer het woord verlangt, sluit de
Voorzitter de Openbare Vergadering.
De Secretaris,
De Voorzitter,