19 OCTOBER 1921.
166
Spreker geeft toc, dat het als contrôle middel weinig
waarde heeftalleen kan hij dan van een en ander
meer op de hoogte blijven, bijv. of en hoeveel over-
werk plaats gehad heeft.
De heer Van Unen vindt, dat men hierdoor den
Burgemeester hee! veel last veroorzaakt, zonder dai
claar lusten tcg^novcr staan, tcrvvijl hci niet veel vvaarde
kan hebben.
De Voorzitier acht het beter om het woord „Bur-
gemeester" weg fe laten en alleen te spreken van den
Voorzitter der Commissie voor de Bedrijven.
De heer Van Unen zou er voor zijn om in dever-
ordening op te nemen dat ook de Directeur de reke-
ningen enz. moet viseeren." Het lijkt hem verkeerd toe
den Directeur uit te schakelen. Of de Directeur moet
het alleen doen of de Directeur en de Burgemeester
te zamen.
De Voorzitter heeft geen bezwaar er den Directeur
b'j 1e voegen. Als de vergadering zegt, dat hetvisum
van den Burgemeester weinig waarde heeft en dit er
ook uit moet, dan wil spreker zich daar wel bij neer-
leggen. Technisch is het in e!k geval beter om het
woord „Burgemeester" te laten vervallen, omdat ook
een Wethouder Voorzitter van de Commissie voor de
Bedrijven kan zijn.
De heer Van Unen gaat er mede accoord om de
rekeningen te laten viseeren door den Directeur en
den Voorzitter der Commissie voor de Bedrijven.
Zonder hoofdelijke stemming wcrdt besloten in
art. 10, 3e aünea in de plaats van het woord Burge-
meester" te lezen „Directeur en den".
De heer Tromp vraagt, of de boekhouder accoord
gaat met het bepaalde in art. 14, omdat hij daarbij
verplicht wordt zekerheid te stellen.
De Voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer Waller zegt, dat blijkens art. 6 de dage-
hjksche leiding van elk bedrijf bij een Directeur be-
îust. Spreker vraagt, of dit zoo moet worden versiaan,
dat voor elk bedrijf een Directeur kan worden be-
noemd.
De Voorzitter antwoordt, dat de mogelijkheid bestaat
dat de bedrijven van dien omvang zouden worden
dat het wenschelijk zou kunnen zijn voor elk
bedrijf een Directeur te benoemen.