19 OCTOBER 1921.
175
met U.L.O. en een openbare School met U.L.O.
Beide bestaande Scholen zijn met betrekkelijk weinig
kosten daarvoor in te richten. Hij zou het zoo eerst
eens willen aanzien. Blijkt het dan later, dat nog niet
voldoende in de behoefte aan schoolruimte wordt
voorzien, dan kan men nog zien, of tot den bouw
van nieuwe scholen moet worden overgegaan. Hij is
beangstigd voor de financieele zijde van het groote
plan om nieuwe openbare en een nieuwe bijzondere
school te bouwen. Spreker herhaalt daaromzijn voor
stel om de bestaande scholen uit te breiden en in te
richten voor L.O. en U.L.O. en om in het centrum
der gemeente een centraal gymnastieklokaal te bouwen
wanneer daaraan behoefte bestaat.
De Voorzitter zegt, dat door dit voorstel niet zal
kunnen worden ondervangen, het bezwaar van den
grooten afstand. Bovendien zullen de twee plannen
van combinaties zeer zeker ook doorgaan, wanneer
deze hooren, dat de school in 't zuiden blijft en an-
ders misschien niet.
De heer Van Unen merkt op, dat men die plannen
evengoed kan weigeren.
De Voorzitter vindt, dat het dan veel moeilijker is,
om die plannen te weigeren. Of men een school met
3, 4 of 5 lokalen gaat bouwen hangt af van den toe-
loop, en dat moet later blijken. Het is dan ook nog
maar een beginsel besluit. AIs er geen kinderen ko-
men, zal men ook niet gaan bouwen. Evenmin is
voor de bijz. school te zeggen, hoe groot de toeloop
zou zijn, zoodat in de conferentie ook al werd gezegd
om te bouwen naar gelang van behoefte. Als Burge-
meester en Wethouders overtuigd waren van de
levensvatbaarheid eener bijz. lagere school aan de
Koediefslaan, dan zouden zij daar niets op tegen heb-
ben, maar dit is niet voldoende aangetoond.
De heer Dr. Droog zegt, dat er toch wel reden is
om een openbare school in 't noorden te stichten,
daar twee corporaties op dat gebied werkzaam zijn,
waarvan er ééne zich offiiceel heeft teruggetrokken.
De Voorzitter zegt, dat zich geen corporatie heeft
teruggetrokken maar wel daartoe behoorende personen.
De heer Dr. Droog vraagt, of men de plannen van
die corporaties wel kan weigeren, temeer nu de In-
specteur voor een O.L. School in het Noorden is. De
koppeling van het lager onderwijs'aan het U.L.O. in