19 OCTOBER 1921. 159 de forensenbélasting en dat pleit juist voor zijn voor- stel om de zaak aan te houden tot daaromtrent meer- dere zekerheid is verkregen. Reeds heel lang geleden heeft hij hierover geschreven en toen is geantwoord, dat het wetsontwerp bij den Raad van State was. De forenzen zuilen wegens de geldende verorde- ning vijt derde moeten betalen en men verwacht, dat dit wordt teruggebracht tot vier derde n.l. îwee derde in de woongemeente en twee derde in de werkge- meente, zoodat de woongemeente een derde zal terug moeten betalen. Ook zou het kunnen gebeuren, dat de woongemeente over het loopende jaar drie iterde mag blijven heffen en de werkgemeente een derúc. In dat geval is genoemde factor van f 100.009 niet aanwezig en verandert het geheele aspect dezer zaak. Men îs wel heelemaal safe door het ciifer 1.3 te nemen, doch spreker gevoelt er niet voor de men- schen een nenúe meer te laten betalen als dit niet absoluut noodzakelijk is. Spreker zou daaromtrent eerst zekerheid willen hebben. Hij heeft zelf ook een berekening gemaakthij zal de leden niet vermoeien met voorlezing van al die cijfers, maar hij gelooft er te kunnen komen met een vermenigvuldigingscijfer van 1.2 Hij zou in Den Haag willen informeeren, hoe deze zaak loopt. 't Is wel het gemakkelijkst om op 1.3 te blijven, maar spreker acht het van het hoogste belang de belasting te veriagen en het vermenigvul- digingscijfer op 1.2 te brengen. De Voorzitter zegt, dat het voorstel om op 1.3 te blijven niet voor het gemak gedaan wordt, maar De heer Van Unen interrumpeert, dat men dan geld heeft. De Voorzitter gelooft toch niet, dat de heer Van Unen denkt, dat Burgemeester en Wethouders een zekere royaliteit in het beheer zullen brengen, wanneer er meer geld in komt en dan den grand seigneur zullen uithangen. 't Is Burgemeester en Wethouders ookniet te doen om noodeloos cle burgerij te laten betalen. 't Is alleen om zich te dekken voor een bui, die op- komt evenals ook een zaak reserve maakt voor mo- gelijke donkere dagen. Burgemeester en Wethouders kiezen daarom niet den gemakkelijksten, maar den zekersten weg. Loopt het mee, dan kan men in 1923 eens weer zien. De heer Van Unen stelt zich voor, dat men dien factor wel te weten kan komen. Men weet, dat ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1921 | | pagina 6