29 DECEMBER 1921
217
een ziekteverzekering van paarden. Dit is er nu niet
uit te lezen.
De Voorzitter zegt, dat wanneer men voor minder
geld een wagen en een goed paard kan aanschaffen
op dezen post wat zal overblijven.
De heer Tates zou volgno. 10 met f 1000.— voor
overwerk willen verminderen. Overwerk moet niet
voorkomen.
De Voorzitter antwoordt dat dit niet altijd vermeden
kan worden. Bij elk bedrijf komt dit wel voor.
De heer Tates vindt, dat te veel aan overwerk
wo:dt betaald.
De Voorzitter zegt, dat het beter kan uitkomen om
een bepaald werk af te werken. Het kan veel duur-
der zijn er later opnieuw mee- te beginnen, dan om
over te werken tot het gereed is.
De heer Dr. Droog deelt naede, dat in de vergade-
ring van Burgemeester en Wethouders steeds nauw-
keurig worden nagezien de staten van overwerk.
Bijna altijd blijkt, dat het overwerk in het belang der
gemeente was. Wanneer de werklieden door over te
werken niet terug behoeven te komen, is dit een
voordeel voor de gemeente.
De heer Tromp zegt, dat in overwerken een geheel
ander principe ligt. De acht urige arbeidsdag is bijna
met revolutie verkregen. Nu gaat men een post schep-
pen voor overwerk, dus voor een langeren arbeids-
dag. Spreker is daar ten sterkste tegen.
De Voorzitter deelt mede, dat in den post van
f 4050.20 ongeveer f 3300.zit voor loon voor 2
Iosse werklieden. Een speelruinite van f 700.mag
er toch wel zijn.
De heer Van der Erf vindt, dat wanneer er te veel
wordt overgewerkt, de werklieden dit zelf wel in de
Commissie van Overleg zouden brengen.
Volgno. 10 wordt daarop ongewijzigd vastgesteld.
Bij volgno. 14 zou de heer Tates den post „onder-
houd tuigen" met f 100.willen verlagen. AIs de
tuigen behoorlijk worden behandeld en weggeborgen
is dat lager bedrag wel voldoende.
De Voorzitter vraagt, of dat hier niet gebeurt.
De heer Tates antwoordt, dat dit niet wordt ge-
zegd. Ook acht hij f 2.per week en per paard
voor hoefbeslag veel. Hij zou dien post van f500.
op f 350.willen brengen. Voorts vraagt spreker,