27
Aanleg weg langs Crayenes-
tervaart en verbreeding van
die vaart.
16 MAART 1922
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van
Heemstede.
Bij raadsbesluit van 22 Maart 1921, no. 25, werd
besloten vergunning te verleenen aan den heer J. r. r.
Philips, aannemer, wonende te Haarlem, tot het be-
bouwen van het hem in eigendom toebehocrend ge-
deelte van den moestuin van Leeuw en Hooft onder
tneer onder voorwaarde, dat vöör met deze bebouwing
wordt aangevangen, door hem een bedrag van f 4000.—
inde gemeentekas moet worden gestoit.
Zooals Uw College bekend is, acht de gemeente-
opzichter in verband met den aanleg van wegen op
Bosch en Hoven en de verbreeding der Crayenester-
vaart langs die terreinen, alsmede in verband met ge-
noemde werken bij het gedeelte van den moestum
van Leeuw en Hooft, in eigendom toebehoorende aan
Mevr de Wed. A. van der Valk, het zeer gewenscht,
dat die werken ook zoudm kunnen worden uitge-
voerd bij het daar tusschen gelegen terrein van den
heer Philips. Volgens de bepalingen gesteld bij den
verkoop van den moestuin op Leeuw en Hooft zou
de gemeente alle kosten dier werken moeten betalen,
indien zij daartoe overgaat.
Het is ons gebleken, dat de heer Philips bereid îs
tot de volgende regeling 1(11„
a. hij moet betalen voor of op l Augustus 1922
f 2000.en de gemeente brengt dan voor hare reke-
ning de weg- en waterverbreeding bij zijn perceel tot
b. de gemeente zal voor hare rekening den stee-
nen muur sloopen en mag dan de puin behouden,
doch niet het prikkeldraad
c. hij zal voor de slooping van den muur op de
grens van zijn terrein tijdelijk voor ten hoogste twee
laar mogen zetten eene zeer eenvoudige houten at-
scheiding ter hoogte van plm. I i Meter met daarbo-
ven gaasdraad en prikkeldraad verkoopt hij echter
het terrein, dan is de nieuwe eigenaar verplicht direct
voor een definitieve afscheiding zorg te dragen, een
en ander ten genoegen van Burgemeester en Wet-
houders