56
20 JULI 1922
wil niet den letterlijken zin, maar de duidelijke be-
doeling der wet volgen en deze eischt gelijke rechten
in het kiezen der vakken, zoowel voor de openbare
school als voor de bijzondere school, mits daarbij
aan den eisch der wet, ook ten opzichte der vakken,
is voldäan en dat is hier, blijkens art. 21 der wet het
geval. Deze minderheid geeft U dan ook in overwe-
ging de gevraagde bijdrage te verleenen.
De meerderheid van ons College daarentegen stelt
zich op het standpunt, dat het geven van onderwijs
in de vakken, genoemd in de eerder aangehaalde ver-
ordening wel moet worden geacht als een voorwaarde,
waaraan het bijzonder vervolgonderwijs moet voldoen,
wil het in aanmerking komen voor de bijdrage uit
de gemeentekas. Wel is waar voldoet het bijzonder
vervolgonderwijs aan den eisch, gesteld bij art. 21
der Lageronderwijswet, doch uit art. 98 dier wet blijkt
duidelijk, dat het voldoen aan dien eisch enkel aan-
spraak geeft op de Rijksvergoeding en niet ook op
de bijdrage der gemeente.
Wenscht het Kerkbestuur ook in aanmerking te
kcmen voor de gemeentelijke bijdrage, dan zal bo-
vendien moeten worden voldaan aan het bepaalde in
art. 102 dier wet, n.l. aan de voorwaarden, die de
gemeente voor het openbaar vervolgonderwijs heeft
gesteld. De meerderheid deelt het gevoelen van de
minderheid, dat de gelijkstelling van openbaar en
bijzonder onderwijs gelijke rechten met zich meebrengt,
maar alieen daar, waar ook het onderwijs gelijk kan
worden gesteld en aan dezelfde voorwaarden voldoet.
Waar dit, blijkens het aantal vakken, waarin vervolg-
onderwijs wordt gegeven, niet het geval is en waar
het aan de gemeenten uitdrukkelijk is verboden aan
bijzondere scholen bijdragen uit de gemeentekas te
verstrekken anders dan in de gevallen en onder de
voorwaarden in de wet genoemd, kan de gevraagde
bijdrage niet worden verleend en stelt de meerderheid
van ons College mitsdien voor om afwijzend op het
verzoek te beschikken.
Wanneer Uwe Vergadering zich met de meerderheid
van ons College kan vereenigen, wordt verzocht
bijgaand ontwerp-besluit te willen vaststellen.
Heemstede, 4 Juli 1922.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
A. A. SWOLFS.