30 AUGUSTUS 1922 Bovendien bij alle slachtdieren op de navolgende organen en deelenkop (kaakvlakte), tong, longen, hart, lever, milt, nieren en voorzoover in voldoende ontwikkeling aanwezig niervet, (reuzel) darmscheil, groote en kleine net en uierhelften, benevens bij run- deren, gras- en vette kalveren de ondervoeten. Op ingevoerd vleesch, op de plaatsen welke zich het best daartoe leenen, echter zoodanig dat op elk stuk ingevoerd vleesch ten minste één stempelmerk geplaatst wordt. Artikel 23. De naam der gemeente wordt ten behoeve der stempelmerken, bedoeld in de artikelen 44, 45, 46 en en 47 van het Koninklijk Besluit van 5 Juli 1920 Stbl. no. 285, niet afgekort en blijft„HAARLEM". Artikel 24. In geva! van voorwaardelijke goedkeuring of afkeu- ring wordt het vleesch slechts op plaatsen, genoemd in artikel 50 van het K. B. van 5 juni 1920, Stbl. no. 285, voorzien van de stempeimerken, in afwachting van het verstrijken van den termijn binnen welke her- keuring kan worden aangevraagd, tenzij de eigenaar of bij afwezigheid van dezen degene die hem ver- vangt, voor dien tijd verklaart met den uitslag der eerste keuring genoegen te nemen. In het laatst bedoelde geval of nadat de voorwaar- delijke goedkeuring of afkeuring onherroepelijk is, wordt het vleesch voorzien van stempelmerken op de plaatsen, in artikel 22 genoemd. Artikel 25. Met inachtneming van het bepaalde in het vorige artikel geschiedt het aanbrengen der stempelmerken onmiddellijk nadat de keuring en de herkeuring heeft plaats gehad. Artikel 26. Het is een ieder verboden, uitgezonderd den

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1922 | | pagina 22