AUGUSTUS Met het vleesch zal daarna gehandeld worden als in art. 17 der Vleeschkeuringswet is bepaald. Artikel 36. Wordt vleesch krachtens deze verordening of de Vleeschkeuringswet afgekeurd, dan zal het, tenzij het is bestemd voor het doel, vermeld in het tweede lid van artikel 15 dier wet, overeenkomstig wettelijk voor- schrift door of vanwege den Directeur worden on- bruikbaar gemaakt, zonder dat de eigenaar ofbelang- hebbende op schadevergoeding of teruggaaf van eenig deel kan aanspraak maken. Artikel 37. Bij voorwaardelijke goedkeuring van vee of vleesch en bij afkeuring van vleesch geeft de Directeur, op verzoek van belanghebbende daarvan een schriftelijk bewijs af, waarin vermeld de datum en zoo mogelijk ook het uur der keuring. Artikel 33. Het vleesch bedoeld in artikel 54 letter a en b van het K. B. van 5 Juni 1920, Stbl. no. 285, wordt ver- kocht in het vleeschverkooplokaal op het Openbaar Slachthuis. Indien bijzondere omstandigheden dit wenschelijk maken kan de Directeur op verzoek van den belang- hebbende toestaan, dat het in het vorig lid bedoelde vleesch, mits afkomstig uit een der bij den keurings- dienst Haarlem aangesloten gemeenten, naar die ge- meente wordt teruggevoerd om aldaar in het klein onder toezicht te worden verkocht. Artikel 39. Indien vleesch, hetzij bij de eerste keuring of bij herkeuring voorwaardelijk wordt goedgekeurd en de eigenaar of belanghebbende niet wenscht te voldoen aan de voorwaarden, gesteld in artikel 54 van het KV

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1922 | | pagina 26