26 OCTOBER 1922
keuringsveearts of den hulpkeurmeester en onder op-
vol°ïng van de door dezen aan de vergunning ver-
bonden voorwaarden, vleesch de gemeente door te
voeren anders dan
a. per spoor
b. per beurtschipper of boot wier vaart rechtstreeks
door de gemeente voert.
Artikel 12.
Het is verboden, onverminderd het bepaalde bij
artikel 35 der Vleeschkeuringswet, vleesch, niet af-
komstig van in de gemeente geslachte en goedge-
keurde slachtdieren, hetwelk niet voorzien is van de
in artikel 20 dezer verordening bedoelde stempelmer-
ken of dat niet gedekt is met een door of vanwege
den Directeur van den keuringsdienst afgegeven bewijs
van keuring, te vervoeren binnen deze gemeente.
Dit verbod is niet toepasselijk
a. op vleesch, ingevoerd volgens artikel 0 der
Vleeschkeuringswet
b op vleesch, dat per postpakket wordt îngevoerd
c, 0p vleesch, afkomstig uit gemeenten, die bi] den
keuringsdienst van Haarlem zijn aangesloten
d op vleesch, per spoor of tram ingevoerd en
dat inet vergunning van den Burgemeester rechtstreeks
ter bewaring naar het door dien aan te wijzen lokaal
wordt overgebracht
e. ten aanzien van vleesch, cat in stukken van
K O of minder door de verbruikers of bedienden
wordt vervoerd uit in de gemeente gelegen vleesch-
winkels of andere verkooplokalen van vleesch naar
hunne woningen
f op vleesch, waarvan het vervoer door Burse-
meester en Wethouders onder opvolging van d^door
hen daaraan te verbinden voorwaarden is toegestaan.
Artikel 13.
Vleesch mag slechts dan op hoofd en schouders
worden gedragen, indien deze met zindelijke doeken
bedekt zijn.
Overigens gelden voor het vervoer van vleesch m
de gemeente dezelfde bepalingen als omschreven m
de artikelen 62 en 63 van het K. B. van 5 Jum 1920,
Staatsblad no. 285.