21 DECEMBER I922
173
fiets. Bovendien komen er velen met rijwielen, die
gemakkelijk kunnen loopen.
De heer Tromp zegt, dat het hem getroffen heeft
dat de redactie van de vraag van het schoolbestuur
zoo veel verschilt van de redactie van de vraag, die
aan den lnspecteur is gericht de vraag aan dezen
was oppervlakkig of een fietsenhok wenschelijk îs.
Gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs is
er doch de wet is nog heel onduidehjk. De wet
wordt nu herzien en veel duidelijkerzco vallen
de schoolmeubelen er nu ook onder De gehjkstelhng
moet worden toegejuicht, maar het is nog s.eeds een
twistappel als er op dat gebied iets gebeuren moet.
Het schijnt dat sommigen er op uit zijn om het b.j-
zonder onderwijs tegen te werken terwijl zij het open-
baar onderwijs met hart en ziel voor staan De berg-
plaats voor fietsen is absoluut onvoldoer.de eni nu
wordt door de meerderheid van Burgemeester en Wet-
houders gezegd, dat deze bergplaats voor het onder-
w°js niet noodig is. Spreker vindt, dat alleen wegens
het meerdere bezoek van kinderen de yergrooting yan
de bestaande bergplaats reeds noodzakehjk is. Ve e
kinderen zijn genoodzaakt te fietsen en men kan de
fietsen niet zoo maar in de gang zelten. Als men een
beetje met den tijd meegaat, dan moet er een goede
rijwielbergplaats komen en hij begnjpt met de klein-
geestigheid om dit tegen te werken en om altijd de
partijdigheid op den voorgrond te stellen.
De heer Waller zegt, dat waar de Inspecteur van
het Lager Onderwijs deze uitgaaf met geoorlootd
acht, hij zich volkomen verantwoord acht om tegen
te stemmen. De onderwijswet kost toch al heel veel
De Voorzitter deelt mede, dat hij met Jhr. Van de
Poll als meerderheid van het College van Burgemees-
ter en Wethouders tegen het voorstel is om principi-
eele redenen en niet om de school een strop te be-
zorgen. Er is gezegd, als het kan, laat men dan de
school helpen. Het is maar een bedrag van f 2C0.
dus het gaat niet om de knikkers. De kwestie îs met,
of de bergplaats noodzakelijk is, maar of menvolgens
de wet daarvoor geld mag geven. In tweede înstantie
heeft men pas te vragen, of het noodzakelijk îs. De
idee gelijkstelling is er, en deze is nader uitgewerkt
in de Lager Onderwijswet. Wanneer alles er onder
viel, zou er geen wet behoeven te zijn, waarin alles
opgesomd wordt, wat wel ten laste der Gemeen e
komt. De wet is het object, waaraan men zich te
houden heeft en alles komt terug op art. 72, de bron
van al deze narigheid. Dit artikel munt met uit docr