18 JANUARI I923
9
Voorts wijst spreker er op, dat in de Raadhuisstraat
naast Reinierse een open vak is. Wanneer men daar
van het trottoir stapt, heeft men bij nat weer kans om
de schoenen over te scheppen en bij droog weer om
een buiteling te maken.
De Voorzitter zegt, dat de eerste vraag niet zoo
gemakkelijk te beantwoorden is. Of werkelijk uitge-
sproken is, dat de werkloozen eerst uitgetrokken moe-
ten zijn en of dit hier of in de werkloosheidscommis-
sie is besproken is spreker niet met zekerheid bekend.
Wel is de gedachte voorop gezet om eerst hen te
helpen, die het 't hardste noodig liebben. Om daar
nu nog bij te voegen, de menschen, die van hun kas
trekken, waarvoor ze een soort premie hebben be-
taald, lijkt spreker niet in de eerste plaats noodig,
omdat die nog geen behoefte hebben aan steun van
de gemeente. Pas wanneer ze uitgetrokken zijn en de
kassen niet meer betalen en zij dus op armoede zou-
den zijn aangewezen, behoort de gemeente ook deze
weiklieden te helpen. Het lijkt spreker toch gewenscht
dat in de eersfe plaats de kassen helpen en de werk-
lieden eerst de gevolgen van eigen verzekering af-
wachten. Hij gelooft ook niet, dat er zoo heel veel
gehuwde werklooze menschen zijn, die nog niet te
werk gesteld zijn.
De heer Van der Erf zegt, dat liern gebieken is,
dat er toch eenige zijn. Wanneer het een open vraag
is, wat de bedoeling is geweest, zou spreker het op
hoogen prijs stellen, dat dezen aan 't werk worden
gezet.
De Voorzitter vindt, dat men dan eigenlijk zou
moeten korten, wat de werkloozen uit de kas krijgen,
omdat ze anders extra zouderr trekken.
De heer Van der Erf zegt, dat ze geen uitkeering
uit de kas meer krijgen, zoodra ze werk hebben.
De Voorzitter zegt, dat het toch een cadeautje zou
zijn voor de kas.
De heer jhr. van de Poll vindt ook, dat het een
cadeautje voor de kas is. Wanneer het idee van den
heer Van der Erf wordt doorgezet, zullen zij zich niet
meer verzekeren en zullen zij niet meer gaan zorgen.
De gemeente zal een precedent stellen, dat zij zich
niet rneer behoeven te verzekeren. Hij gelooft, dat het
beter is, dat zij zich aansluiten bij een bond en iets
op zij leggen. Hij vindt het een gevaarlijk standpunt,
dat de gemeente aan zulke werklieden direct een goed
loon van f 24.gaat geven.
De heer Van der Erf zegt, dat wanneer hij den
heer Jhr. van de Poll goed begrijpt, deze vreest, dat
de werklieden zich niet meer zullen aansluiten, als ze