II FEBRUAR! 1923.
Aan de hand van gemelde adviezen, waarmede wij
konden accoord gaan, is door ons over een ontwerp
tot wijziging der loonregeling niet mvoering der 48-
urige werkweek het oordeel gevraagd van genoemde
Commissie van Overleg.
De meerderheid dier Commissie kon zich met de
invoering van deze werkweek vereenigen, terwij! de
aeheele Commissie er mede instemde, dat de werk-
lleden in 5 groepen zouden worden ingedeeld en aat
de loonen worden bepaald als in het ontwerp-besluit
zijn aangegeven.
De besparing, welke voor de gemeente tengevolge
van de invoering der 48-urige werkweeK zal worden
verkregen, is nog vrij belangrijk grooter dan de meer-
dere uitgaven verbonden aan de nieuwe groepsindee-
ling waardoor enkele werklieden in verband met hunne
me'e'rdere vakbekwaamheid in eene hoogere loongroep
zullen kornen.
Wat de voorgestelde loonen betreft deelen wij U
mede dat het minimum van groep I en het maximum
van groep V ongeveer gelijk zijn aan het besiaande
minimum van loonklasse en het bestaande maximum
van de IXe of hoogste loonklasse. Geheel gehjk kon-
den die bedragsn niet blijven, aangezien zij door 4S
deelbaar moesten zijn.
Overeenkomstig het advies der C. v. O. hebben w:j
uit ons oorspronkelijk ontwerp besluit laten vervallen
de cateo'orie „werkman gemeentereiniging ,omda.ook
wij meenen dat die werklieden evengoed kunnen wor-
den gerangschikt onder de categorie „arbe:der cven-
eens bestaat bij ons geen bezwaar om in de plaats
van „fittershelper" in het vervolg te spreken van hulp-
fitter", omdat ook wij deze benaming in verband met
de werkzaamheden meer juist achten.
Oorspronkelijk waren de voorman bij paden en
wegen en de voorman cokesdienst door ons geplaatst
in groep IV, doch op de gronden door de C. v. O.
aangevoerd, kunnen wij er ons mede vereemgen at
zij naar groep V worden ondergebracht.
In de gewijzigde loonregeling komt verder met meer
voor de categorie „meteropnemer".
De Commissie van Overleg heeft ons voorges e d
op o-rond van het vertrouwen en de verantwoordehjk-
heicT welke van deze personen worden gevergd, en
van 'de wijze, waarop zij zich bij de ingezetenen moe-
ten vervoegen, terwijl zij tevens wel buiten den ge-
wonen werkrooster hun werk verrichten, om deze
functionarissen op te nemen onder de ambtenaren en
hen in te deelen in de salarisgroep, waarin de 2e.
klerken voorkomen, zoodat de salarisgrenzen voor hen
dan worden van f 1500,—f 1900 's jaars.