3!
Voorwaarden vergunning
standplaats voertuigen.
22 MÂART 1923.
Aan den Raad.
In de raadsvergadering van 18 Januari j.l. is U
mededeeling gedaan van een ingekomen adres, waar-
bij vergunning werd verzocht oni met 2 automobielen
te stationneeren op den Heerenweg ter hoogte van
de Westerhoutstraat. Sedert dien zijn nog enkele der-
gelijke verzoeken ingekomen en het Iaat zich aanzien,
dat in de naaste toekomst nog meer aanvragen zullen
volgen.
Krachtens de artt. 12 en 13 van de Algemeene
Politie Verordening kan ons College de gevraagde
vergunning verleenen, maar om een uniforme regeling
te treffen en om het toenemend verkeer van deze
middelen van vervoer in goede banen te leiden, ach-
ten wij het gevvenscht algemeene voorwaarden te
stellen, waaronder ons College vergunning kan geven
tot het innenren van standplaatsen met motorrijtuigen
of bespannen rijtuigen.
In de verordening is opgenomen een bepaling, dat
bij het uitreiken van de vergunning tot het innemen
van een standplaats een door ons te bepalen bedrag
aan de gemeentekas moet worden betaald, terwijl bo-
vendien nog een waarborgsom moet worden gestort,
welke ten doel heeft een goede naleving der voor-
schriften te bevorderen, terwijl voorts in de verorde-
ning voorschriften zijn opgenomen omtrent de rege-
ling en het innemen van standplaatsen, zoomede be-
palingen in het belang van de gebruikers der voer-
tuigen.
Naar aanleiding van het bovenstaande stellen wij
U voor bijgaande verordening vast te stellen.
Heemstede, 14 Maart 1923.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
A. A. SWOLFS.