22 MAART 1923
47
mag de gemeente niet als voorbeeld nemen. De ge-
meente moet de werklieden in staat stelien om be-
hoorlijk te kunnen leven.
De heer De Boer is het voor 100 procent eens met
den heer Van Unen. Men moet aldus deze spre-
ker een beetje schipperen en daarom zal hij voor
het voorstel van Burgemeester en Wethouders stem-
men
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders voor
zoover betreft het betalen der contributie wordt daarna
in stemming gebracht en aangenomen met 8 tegen 4
stemmen. Tegen stemden de heeren Tates, Van Unen
Moolenaar en Jhr. van de Poll.
De heer Van Unen zou nog even willen vragen,
of ook wel rninder zal worden betaald dan 75 cent
of f 1.25.
De Voorzitter zegt toe, met de juisle uitgaven reke-
ning te zullen houden.
Wat betreft het 2e. punt, n.I. het eindigen der werk-
verschaffing, lijkt het spreker zeer juist deze op 1 Mei
a.s te eindigen, omdat daardoor opnieuw de prikkel
wordt opgewekt om toch vooral te zorgén, dat men
cp 1 Mei a.s. weer ander werk heeft.
De heer Van der Erf zegt, dat de Meimaand voor
velen een slappe maand is en dat het met het oog
daarop beter is dat tijdstip te verschuiven tot einde
Mei of begin Juni.
De Voorzitter vindt het van het hoogsfe belang,
dat de werklieden uitkijken naar ander werk. De
Commissie heeft dit ook geadviseerd omdat men ze-
kerheid moet hebben, dat het dan afgeloopen is.
De heer Van Unen vindt, dat het toch moeilijk is
om te zeggen, dat men met 1 Mei a.s. er mee uit-
scheidf, als er dan nog werk is, dat nog niet klaar is.
Spreker dacht, dat de werkverschaffing zou moeten
eindigen als het werk klaar is. Men kan nu toch nog
niet voorzien, dat dit op 1 Mei het geval is.
De heer De Wilde kan zich niet voorstellen, dat
de bedoeling van het advies zcö is, dat het op 1 Mei
a.s. absoluut uit moet zijn.
De heer Tromp zegt, dat het hem spijt, dat hij in
herhaling moet treden. Hij betreurt, dat zoo tegen het
advies der Commissie wordt ingegaan en dat er zoo-
veel wantrouwen tegen deze Commissie is. Hij had
ineer vertrouwen verwacht. Van deskundige zijde is
hem verzekerd, dat de maand Mei de maand van het
vuil is. De kwestie is van alle kanten bezien en men
heeft den datum van 1 Mei niet op willekeurige wijze
bepaald. De bedoeling der Commissie is, dat de werk-
verschaffing op 1 Mei absoluut uit zal zijn.
