19 JULI 1923. 101 De Voorzitter wijst er op, dat de autobus ook con- cessie heeft en er altijd wel concurrentiestrijd zal blijven. De heer Tromp deelt mede, dat in verschillende deelen van het land de strijd tusschen tram en auto- bus aan de orde is. De Voorzitter zegt, dat men er toch niets aan kan doen als door de concurrentie de menschen uit de frams worden gehaald. De heer Tromp acht hiertegen een goeden maatre- gel, dat de auto een stilstaande tram niet meer mag passeeren. De heer Van Unen merkt op, dat de autobus wel bij de tram mag blijven staan. Art. 11 b wordt daarna ongewijzigd vastgesteld. Bij art. lld vraagt de heer Tromp. wie moet uit- maken, of de vrijheid en de veiligheid van het ver- keer in gevaar worden gebracht en welke daarvoor de limiet van de snelheii is. Er zou bij de beoordee- ling verschil van gevoelen kunnen bestaan. De Voorzitter antwoordt, dat ieder geval afzonder- lijlc door de polifie moet worden beoordeeld. In som- mige geva'Ien zou misschien 3 K.M. per uur nog te veel zijn. Deze bepaling is overgenomen uit de Motor- en Rijwielwet en wordt nu ook van toepassing ge- maakt op andere voertuigen. De heer Baron van Mardenbroek van Ammerstol wil den Voorziîter hartelijk dank zeggen voor diens vriendelijke woorden en de raadsleden voor de daar- mede betuigde instemming. Hij zai gaarne voor de gemeente doen, v/at zijn krachten hem verocrloven en de lijd hem toelaat. Wil men heni ergens voor exploiteeren dan is hij daartoe gaarne bereid, maar spreker gevoelt zich het beste thuis in technische en economische zaken. Er wordt wel eens gezegd, dat het geen gebruik is om de eerste vergadering of soms zelfs het eerste jaar iets te zeggen, maar hij heeft hier voor zich liggen een artikel, waarover hij iets meent te moeten zeggen, omdat het grijpt in zijn gevoel van automobilist. Hij onderschrijft de meening van den yoorzitter omfrent ait. 11 d, doch hij acht dit artikel in strijd met art. llq. Het eerste slaat op alle wegen, het andere alleen op die in de kommen. Bij artikel 1d kan hij zich neerleggen, maar hij heeft bezwaar tegen artikel llq. Misschien is het beter bij de behan- deling van dit aitikel daarop terug te komen. De Voorzitter gelooft ook, dat het regelmafiger is eerst de andere artikelen af te werken. Art. 11 dwordt conform vastgesteld. Bij art. Ug vraagt de heer ""Van der Erf, of een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1923 | | pagina 8