16 AUGUSTUS 1923.
de volle 100 pCt. Ook is de invloed heel groot op
het onderwijs voor de kinderen. Ten noorden van
het 1J heeft men met de malariabestrijding al veel
succes gehad, nu komt ze veel voor in de sireken
ten zuiden van het IJ en bij de Utrechtsche grens,
terwijl zelfs in Zuid-Holland den laatsten tijd herhaal-
delijk gevallen geconstateerd worden en aldaar de
flora in de slooten reeds op aanwezigheid van ano-
pheleslarven wijzen.
De heer Van Unen vraagt, of het geen aanbeveling
zou verdienen wat meer bekendheid te geven aan
deze bestrijdingsmiddelen, vooral van het gebruik van
het petroleumglas, bijv. door aanplakking of versprei-
ding van de brochure, die de heer Dr. Droog heeft
laten zien.
De heer Dr. Droog zegt, dat dit in een vergadering
van „het Witte Kruis" ook al besproken is.
De Voorzitter acht het nuttig, dat de menschen
weten, hoe ze de muggen moeten verdelgen en vraagt,
of de Raad kan goedvinden, dat deze brochures wor-
den verspreid.
Dit wordt algemeen goedgevonden.
De heer Vring zou er de aandacht op willen vesti-
gen om zoo zuinig mogelijk te zijn met het geven
van vergunningen voor het houden van varkens en
mestvaalten. Als men klaagt over een varken van z'n
buurman, is het leed niet meer te overzien en is men
z'n leven niet meer zeker en daarom zwijgt men maar.
Spreker gelooft, dat het wel gewenscht zou zijn, door
de politie eens een onderzoek te laten instellen om-
trent het houden van geiten en varkens.
De Voorzitter vindt ook, dat wat vroeger wel kon
worden toegelaten, nu uit den tijd is.
De heer De Wilde zou de gemeente willen laten
voorgaan en de waterdel willen ontmuggen. In de
verordening wordt toch ook niet een bepaald soort
mug genoemd, er wordt alleen van muggen gesproken.
De Voorzitter zegt, dat er boven staat, dat alleen
malaria muggen worden bedoeld. Gemakshalve is
alleen gesproken van muggen. Als men de gewone
muggen niet wil dooden, is men daarin vrij.
De heer Dr. Droog zegt, dat het heel moeilijk is
voor een leek uit te maken, welke de gevaarlijke
muggen zijn. Laat men ze allemaal maar verdelgen,
welke soort het ook is, want ze zijn allemaa! lastig.
De heer De Boer leest uit de verordening, dat som-
migen het recht krijgen om in de woningen te komen.
De Voorzitter zegt, dat dit alleen kan met inacht-
neming van de wet van 31 Augustus 1853.
De heer De Boer zegt, die wet niet te kennen.
