16 AUGUSTUS 1923.
De heer Vring zegt, dat het gemakkelijk te consta-
teeren is, dat er een 2|-cent stuk ingeworpen is. De
muntmeters gaan niet over, als het voorwerp niet
juist het gewicht heeft van een gaspenning. Als blijkt,
dat dit gebeurd is, zou hij nog een muntgaspenning
kunnen betalen en als er toevallig een plaatje voor
gebruikt is, zou hij daarvoor bovendien 2| cent wil-
len laten betalen. Spreker gelooft niet, dat men er een
ander voorwerp in zal werpen, als men een penning
heeft of er een in de buurt kan krijgen. Hij vindt,
dat de gebruikers van muntmeters toch al zwaar ge-
noeg belast worden in vergelijking met de anderen
ook omdat bij de gewone meters de betaling veel
later geschiedt. Het gebrek aan penningen doet zich
meestal voor in 't laatst van de week en de versprei-
ding laat veel te wenschen over. Spreker weet men-
schen, die van de Glip naar Heemstede moesten om
een penning te halen en als dan intusschen het gas
uitgaat, kan men het geen fraude noemen, als rnen
zich dan van gas voorziet door een 2j-cent stuk in
den meter te doen. Bovendien kan dit toch altijd ge-
constateerd worden. Hij vindt een boele van 50 cent
te veel en eene van 2J cent voldoende, temeer daar
het muntgas reeds veel duurder wordt betaald.
De heer Tromp is het niet eens met het betoog
van den heer Vring, want als het gewoonte zou wor-
den om er een 2|-cent stuk in te werpen, zou elke
meteropnemer een aparte administratie moeten hebben
voor een nadere afrekening. Hij onderschrijft, dat er
regel en orde moet zijn, maar hij vindt dit wat te
sterk aangepakt en een boete van 50 cent te veel,
vooral voor een geval zooals aan de Glip, dat door
den heer Vring is genoemd. In dergelijke gevallen
zou hij de boete willen kwijtschelden, maar voor de
onwilligen, dus als er misbruik van gemaakt wordt,
zou hij een boete van 25 cent voldoende oordeelen
en dan niet voor elk voorwerp, maar voor elk geval.
Het is bij spreker ook wel eens gebeurd, dat kinderen
er iets lieten invallen. Nu zijn dit wel kinderen uit
het Noorden, maar hij zou toch de voorgestelde be-
paling wat milder willen maken.
De heer Van Unen vindt het eigenaardig, dat wan-
neer er een verordening gemaakt moet worden, de
Nederlanders altijd gaan stijgeren. Men moet zorgen,
dat men in huis heeft, wat voor de huishouding noo-
dig is en daartoe behooren ook de muntgaspenningen.
Er zijn menschen, die zeggen „omdat de gemeente
het zegt, doen wij het lekker niet". Spreker heeft den
indruk, dat de meesten denken, dat ze met die 2l,9
cent, 111$ cent snappen. Men zou een heele adminis-