4 SEPTEMBER 1923
kan bergen. Als de Raad bepaalt, dat het Ioon lager
moet worden, dan blijven de werkloozen toch werken,
omdat ze anders op straat staan en de straatsteenen
hun geen brood kunnen verschaffen. Men moet maar
eens werkloos geweest zijn om te weten wat dit is.
Hij vindt, dat men niet moet blijven op dit harde
spreker zegt niet hartelooze standpunt om de
loonen lager te maken.
De heer Van der Erf wil even stilstaan bij de op-
merking van den heer Van Unen over het afschaffen
van de vergoeding van de contributie eener vakver-
eeniging. Het motief was indertijd om de menschen
te helpen, want iemand die aangesloten was zou min-
der voor zijn gezin hebben dan iemand die niet aan-
gesloten was. Spreker vond het financieel een 'neel
verstandige daad en acht het een groot belang, dat
de menschen zich bij een organisatie aansluiten. Neemt
men dien gulden er af, dan zullen velen de contribu-
tie niet meer kunnen betalen en dan zullen ze bij
werkloosheid direct op het Armbestuur zijn aange-
wezen. Hij zou daarom wilien voorstellen de desbe-
treffende bepaling te handhaven. Spreker vervolgt,
dat hij niet beweerd heeft, dat de weikloozen 22
f 23 per week verdienen.
De heer Baron van Hardenbrcek zegt dit tijdens
het betoog van den heer Van der Erf te hebben ge-
noteerd.
De heer Van der Erf zegt beweerd te hebben, dat
er werkloozen kunnen zijn met een loon van 14, 15
of f 16.per week, hetgeen heel wat anders is.
Spreker heeft de metaalindustrie alleen maar genoemd,
om aan te toonen, dat als hier iemand uit de metaal-
industrie komt, waarin het Icon te laag kari zijn, het
werkloozenloon al heel laag wordt. Hij stelt daarom
voor de 70 pCt te laten vervallen en de rest zoo te
laten blijven.
De heer Jorritsma wil nog graag even het woord
hebben om nc g een enkele vraag te kunnen doen.
De Voorzitter zegt, dat men volgens het reglement
van orde niet meer dan twee maal het woord mag
voeren over een onderwerp, tenzij met toestemming
van den Raad.
De heer Jorritsma zegt dit niet te weten, omdat hij
geen reglement van orde heeft ontvangen.
De Raad heeft er geen bezwaar tegen den heer
Jorritsma in de gelegenheid te stellen nog een vraag
te doen.
De heer Jorritsma vraagt, of de terreinen van de
Zaanl. Terrein- en Bouwmaatschappij op dezelfde wijze
worden in orde gemaakt als het Grotstuk.