25 OCTOBER 1923.
te kunnen overzien Men kan nu heel duidelijk zien,
hoe de toestand zal worden als men de gevraagde
afwijking verleent. Spreker heeft zich vanmiddag op
de hoogte gesteld en hij kan zich nog niet begrijpen,
waarom Burgemeester en Wethouders met dit voorstel
zijn gekomen. 't Is altijd de bedoeling om de hoeken
van straten een mooi aanzien te geven, maar door
dit bouwen zal deze hoek in een minder waardige
positie komen, vooral nu er ook nog een autogarage
komt. Vroeger moest deze altijd achter in den tuin
worden gemaakt, maar nu komt deze voor aan den
weg. De sloot bij dien hoek is ook nog niet gedempt.
Nu zeggen Burgemeester en Wethouders wel, dat de
buren gevraagd zijn en er geen bezwaar tegen heb-
ben, maar deze bewoning is van tijdelijken aard en
misschien hebben hun opvolgers wel bezwaar. Spre-
ker weet niet, welke niotieven Burgemeester en Wet-
houders anders misschien nog hebben, maar hij acht
het in strijd met het gemeeritebelang deze afwijking
te verleenen. Het gaat liier niet om het belang van
enkele bouwondernemershet is een gemeentebelang
om te bouwen, zooals het bouwplan aangeeft en hij
ziet geen enkele reden om daarvan afwijking te ver-
leenen.
De heer Van Unen zegt, dat hij in 't algemeen er
ook tegen is, om telkens afwijkingen toe te sfaan.
Vroeger heeft hij al eens gezegd, dat er bijna geen
raadszitting is, of er is een of andere afwijking. Af-
wijkingen van raadsbesluiten zijn altijd heel moeilijke
dingen, omdat men er later weer andere menschen
door dupeeren kan. Hij kan zich voorstellen, dat
wanneer iemand zich houdt aan het voorschrift om
4 M. van het trottoir te bouwen en aan den buurman
wordt toegestaan om op 3 M. te bouwen, men den-
gene, die op 4 M. afstand heeft gebouwd daardoor
dupeert. hij is daarom, los van elk speciaal adres over
deze zaak ingekomen, niet voor dit voorstel.
De heer Van der Erf is ook niet voor dit voorstel,
omdat men de deur openzet voor alle mogelijke con-
sekwenties. Om onbillijkheden te voorkomen, gelooft
spreker, dat het wenschelijk is deze aanvraag niet toe
te staan. Hij heeft de teekening gezien en hij kan den
inuur aan de Spaarnzichtlaan niet mooi vinden. Het
aanzicht wordt er niet mooier door en hij gelooft
niet, dat het een aanwinst zal worden.
De heer Jhr. van de Poll kan zich volkomen in-
denken het standpunt van den heer Van Unen, om
niet te veel afwijkingen te verleenen.
De heer Van Unen zegt, dat dit nog al vrij veel
gebeurt.