69
20 DECEMBER 1923 6
Art. 11 p.
Het is verboden voertuigen, kinderwagens, kruiwa-
gens en dergelijke lichte voertuigen daaronder begre-
pen, onbeheerd of niet behoorlijk tegen wegnemen
of wegvoeren beveiligd op den openbaren weg te
laten staan, tenzij met vergunning van Burgemeester
en Wethouders.
Art. 1 lq.
Het is aan bestuurders van motorrijtuigen en rij-
wielen verboden binnen de bebouwde kommen op
den openbaren weg te rijden met een snelheid van
meer dan 20 K.M. per uur.
In bepaalde, krachtens openbare kennisgeving daar-
toe aangewezen straten, is het genoemde bestuurders
verboden te rijden met een snelheid van meer dan
10 K.M. per uur.
De bovenbedoelde maximum snelheden worden
aangeduid door de in art. 8 der Motor- en Rijwielwet
1905 (Stbl. no. 69) bedoelde waarschuwingsborden.
De waarschuwingsborden zullen, voorzoover betreft
het geval, genoemd in het eerste lid van art. l'q
worden geplaatst op de punten, waar de rijwegen de
grenzen der bebouwde kommen snijden.
In het gevai genoemd in het 2e lid van art. llq
zullen deze borden woiden geplaatst aan de begin-
en eindpunten der wegen, waarvoor de maximum-
snelheid van 10 K.M. per uur geldt.
Art. 11 r.
Het is verboden bij gelegenheid van in het open-
baar gegeven muziek- of zanguitvoeringen in de open
Iucht, tijdens het spelen der muziek of gedurende het
zingen op den openbaren weg of op voor het pu-
bliek toegankelijke open plaatsen te loopen binnen
een door de politie aan te wijzen kring.
Het is tevens verboden om bij het in het eerste lid
van dit artikel genoemde geval luid te spreken, fluiten,
schreeuwen, onnoodig op te dringen en dergelijke
handelingen uit te voeren, die andere aanwezigen hin-
deren of het luisteren onmogelijk maken.
Art. lls.
De waarschuwingsborden, vermeldende voorschrif-
ten betreffende de regeling van het verkeer, worden
op des noodig door Burgemeester en Wethouders
aan te wijzen plaatsen, aan gebouwen, muren, schut-
tingen of op terreinen zoodanig aangebracht, dat zij
gemakkelijk leesbaar zijn.