1 17 JANUARI1924 Zij zijn aan hem ondergeschikt en moeten zijne aanwijzingen en voorschriften opvolgen. Zij verleenen hem alle hulp, die in het belang van het onderwijs wordt gevorderd. De onderwijzer of de onderwijzeres, doorhethoofd der school aan te wijzen, is verplicht bij het school- blijven en bij het zoogenaamd overblijven van Ieerlin gen tusschen 12 en 2 uren toezicht te houden en te zorgen, dat die leerlingen zonder toestemming van hunne ouders of verzorgers het gebouw of het daarbij behoorende terrein niet verlaten. Het toezicht houden op de overblijvers zal door het hoofd der school zooveel mogelijk gelijkelijk over het andere personeel verdeeld worden. Art. 9. De onderwijzers moeten een kwartier vöördenaan- vang van elken schooltijd in hunne klasse tegenwoor- dig zijn en zorg dragen, dat bij den aanvang het noodige is verricht, om zich uitsluitend met het geven van onderwijs te kunnen bezighouden. Art. 10. Fïen kwartier vöör den aanvang van elken schooltijd worden de leerlingen in de gang der school toegelaten. Art. 11. Een kwartier na den aanvang van elken schooltijd worden in den regel geen kinderen meer in de school toegelaten. Alleen wie uit den aard hunner betrekking gerech- tigd zijn tot het bezoeken der school, mogen dan toegelaten worden. Art. 12. De onderwijzrrs zien toe, dat de kinderen goed ge- reinigd en ordelijk gekleed ter school komen. Bij grove onzindelijkheid, te beoordeelen door het hoofd der school, kunnen zij terstond uit de school verwijderd en ter reiniging huiswaarts gezonden worden. Art. 13. De onderwijzers zorgen, dat zooveel mogelijk de jongens en meisjes niet aan dezelfde tafels worden geplaatst. Art. 14. Zij zijn gedurende den geheelen schooltijd in de school tegenwooidig en op hun post en verlaten deze niet, dan om zeer dringende redenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1924 | | pagina 5