1
17 JANUARI1924
Art. 28.
Waar in deze verordening sprake is van „onderwij-
zers", zijn hieronder de onderwijzeressen en het hoofd
der school begrepen, tenzij het tegendeel blijkt.
Art. 29.
Ingeval kweekelingen of vakonderwijzeressen in de
school werkzaam zijn, zijn zij verplicht de bevelen
van het hoofd der school op te volgen.
MOOFDSTUK III.
Van de hoofden der scholen.
Art. 30.
Het hoofd van elke school heeft het toezicht over
de geheele school en de inrichting van het onderwijs
en is daarvoor aansprakelijkhij controleert of de
door heni aangewezen onderwijzer behoorlijk toezicht
houdt op de schoolblijvers en overblijvers.
Zoo hiertoe termen bestaan, zal hij de onderwijzers
aan hunne plichtën herinneren en tot nauwgezette ver-
vulling l.unner taak aansporen.
Dit geschiedt echter steeds buiten de schooluren.
Indien vermaningen niet baten, wordt door hem de
tusschenkomst van Burgemeester en Wethouders in-
geroepen.
Art. 31.
Het hoofd van elke school houdt aanteekening van
de ieerlingen, wier gedrag aanleiding geeft totbijzon-
dere opmerkingen en van de vorderingen der leer-
lingen<
Art. 32.
Het hoofd van elke school zorgt dat in elke klasse
is opgehangen eene volledige tabel van de werkzaam-
heden der klasse of afdeelingen gedurende elk school-
uur, in overeenstemming met het leerplan.
In de school moet voorhanden zijn
lo. het leerplan
2o. een door hem op te maken en geregeld bij te
werken inventaris van alle materialen, schoolmeubelen,
schoolboeken, leermiddelen, schoolbehoeften en andere
voorwerpen, tot de school behoorende.
In het uitgewerkte leerplan worde aanteekening ge-
houden van de leermiddelen (platen enz.) die bij elke
les gebruikt worden en waar deze platen enz. te vin-
den zijn.