24 JANUARI1924
8
en van de ouders. Spreker vraagt, wat onder „tijdig"
moet worden verstaan. Hij zou graag een tijdperk
willen noemen, bijv. „binnen ten hoogste 14 dagen".
De Voorzitter antwoordt, dat „tijdig" bijv. wil zeg-
gen vöör het einde van de vacantie.
De heer Dr. Droog deelt mede, dat gewoonlijk een
briefje van het hoofd der School in de vergadering
van Burgemeester en Wethouders komt. Wanneer er^
zooals bijna altijd, geen bezwaar tegen de toelating
is, wordt dit onmiddellijk ter kennis gebrachf. Het
voorstel van den heer Tromp vindt hij daarom totaal
overbodig.
De heer Tromp vindt, dat men de verordening zoo
volledig mogelijk moet maken. Hij acht het gewenscht
een termijn te noemen en stelt daarom voor in plaats
van „tijdig" te lezen „binnen veertien dagen".
Dit voorstel wordt niet gesteund.
De ontwerp verordening wordt daarna zonder hoof-
deiijke stemming ongewijzigd vastgesteld
V. V. Onbewoonbaar verklaring van woningen aan
Onbewoon de Raadhuisstraat.
baarverkl. Het ontwen>besluit Juidt
perceelen
Raadh.str. 2. Onbewoonbaarverklaring.
De heer Jorritsma zegt, zooeven te hebben gevraagd
om het adies van de nieuwe woningbouwvereeniging
bij dit punt nog even te behandelen. 't Is niet zijn
bedoeling hier lang bij stil te staan. Hij zou nogeens
uitdrukkelijk willen vragen om bijstand voor den bouw
van woningen. De vereeniging in het adres genoemd
is yan plan woningen te bouwen voor ontoelaatbare
gezinnen, dat zijn gezinnen, die niet in staat zijn de
huur voor een gewoon goed huis te betalen. Spreker
is het eens met het voorstel van Burgemeester en
Wethouders om de daarin genoemde huizen aan de
Raadhuisstraat onbewoonbaar te verklaren en hoopt,
dat er nog meer van dergelijke woningen opgeruimd
zullen worden.
De heei Van Unen zegt, dat het woord „ontoelaat-
baar" in ontoelaatbare gezinnen een nieuw woord is,
dat kort geleden in den Haag is uitgevonden. Volgens
den heer Jorritsma slaat dit op gezinnen, die een
normale huur niet kunnen betalen. Spreker zou er
echter een heel ander soort menschen onder verstaan,
n I. die nienschen, die niet geleerd hebben eer, huis
fatsoenlijk te bewonen. Spreker hoopt, dat men van
dat soort ontoelaatbaren hier zoo weinig mogelijk
heeft of krijgt.