20 MAART 1924
66
De heer De Breuk zegt, dat volgens het voorstel van
den heer Jorritsma, de gehuwde georganiseerden zullen
komen op f 14.50 en de gehuwde ongeorganiseerden op
11.—. Spreker kan er niet bij, waarom dit een verschil
moet geven van f 3.50.
Het voorstel van den heer Jorritsma wordt alleen door
den heer Hilterman, derhalve niet voldoende onder-
steund.
De Voorzitter zegt, dat wat betreft het voorstel van
den heer Van der Erf, hij van meening is, dat het niet
noodig is een clausule op te nemen inzake het aangeslo-
ten zijn bij een werkloozenkas.
De heer Van der Erf merkt op, dat hij nergens heeft
kunnen vinden, dat het voor een groepje onmogelijk is
een vereeniging te vormen ter wille van een gulden meer
uitkeering.
De heer Tromp vindt, dat een dergelijke vereeniging
'niet reglementair is.
De heer Jorritsma zegt, dat als ze zelf een reglement
vaststelt, ze wel reglementair is.
De Voorzitter zegt, dat zoo iets hier nog niet geweest
is. Men behoeft het niet erger te maken dan het is.
De heer Van der Erf wil dan dit gedeelte van zijn
voorstel terugtrekken. Hij blijft echter bij zijn voorstel
om de uitkeering voor georganiseerde gehuwden en on-
gehuwde kostwinners te bepalen op 13.50 per week en
die voor de ongeorganiseerde gehuwden en ongehuwde
kostwinners op f 12.50 per week.
Dit voorstel wordt verworpen met 8 tegen 4 stenrmen,
die van Mevr. Hoekstra en de heeren Hilterman, Jorrits-
ma en Van der Erf.
De heer De Breuk zegt in de heele verordening te mis-
sen een beperking van den tijd van ondersteuning.
De Voorzitter declt mede, dat de bedoeling is, dat
deze steunregeling in den zomer afgeloopen is. Men kan
eerst eens zien, hoe deze zaak in de praktijk loopt. Hij
hoopt, dat allen werk zullen zoeken en vinden en dat de
regeling spoedig niet meer noodig zal zijn. Andcrs kan
men de verordening toch altijd weer veranderen.
Art. 6 wordt daarna ongewijzigd vastgesteld.
Bij art. 7 zegt de heer Jorritsma, dat hij 2/3 zou wil-
len veranderen in J^, terwijl hij ook zou willen in min-
dering brengen andere inkomsten, zooals pensioen,
ouderdomsrente en steun van een diaconie.
De Voorzitter zegt, dat elk geval afzonderlijk door
de Commissie wordt behandel. Hij zou dit aan de Com-
missie willen overlaten.
De heer Jorritsma zou het maar liever in de verorde-
ning willen zetten. Hij zou ouderdomsrente, pensioen en
dergelijke inkomsten geheel willen aftrekken en steun
van een diaconie voor de helft.