20 MAART 1924
52
Wijz. wet i Een verzoek van B. en W. van Hemelumer Olde-
M.O. en phaert en Noordwolde om adhaesie te betuigen aan een
Voorber. adres van den Raad dier gemeente gericht aan H. M. de
H.O. Koningin, dd. 8 Maart j.l., over wijziging van de wetten
op het Middelbaar Onderwijs en Voorbereidend Hooger
Onderwijs.
B. en W. stellen voor dit adres voor kenmsgevmg
aan te nemen. Zij vinden dit een kwestie, die van dc
Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten behoort uit
te gaan en niet van elke kleine gemeente afzonderlijk.
Bovendien is dit adres niet heel duidelijk.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten.
Bestrating j. Een adres van bewoners van den Leidschevaart-
Leidschev. weg, dd. Maart j.l., waarin wordt verzocht den Leidsche-
vaartweg tusschen kwakel en viaduct te bestraten en
waarin tevens wordt gevraagd om een betere verlichting
van dien weg.
De Voorzitter gelooft zooeven al genoeg over den
Leidschevaartweg te hebben gesproken. De plannen tot
omlegging der tramrails zijn een dezer dagen eindelijk
voor elkaar gekomen. B. en W. stellen voor dit adres
in hunne handen te stellen om advies.
Zonder hoofdelijke. stemming wordt daartoe besloten.
Bestrating k. Een schrijven van het lid van den Raad, den heer
Leidschev. C. Tromp, d.d. 17 Maart 1924, met toelichting om den
w f Leidschevaartweg van den Kwakel tot de Viaduct te be-
ivogeisir. gtraten_ Tevens wordt daarin gevraagd bestrating van
Oeweer-en de Kogelstraat, Geweerstraat en Boogstraat.
Boogstr. De Voorzitter deelt mede, dat nagezien is, wat om-
trent laatstgenoemde 3 straten in 1907 is besloten. De
eigenaars hebben toen niet willen bijdragen in de kosten
van bestrating dezer wegen. De heer Tromp heeft deze
zaak nog eventjes toegelicht, dat hier misschien weer
iets gedaan zou kunnen worden als onlangs met de
Kastanjelaan is geschied.
B. en W. zouden dit eens willen onderzoeken.
De heer Jorritsma vraagt, of de grond aan de Ge-
meente behoort.
De Voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer Jorritsma begrijpt niet, dat als de grond van
de Gemeente is, de eigenaars van de huizen voor den
weg moeten betalen. De eigenaars hebben geen last van
den modderpoel, maar de bewoners wel.
De Voorzitter zegt, dat de bewoners de eigenaars
kunnen bewerken om iets bij te dragen.
De heer Jorritsma wijst er op, dat dezen dan meer
huur zullen moeten betalen.