20 MAART 1924. 54 De heer Jorritsma zegt, dat men volgens een artikel der Gemeentewet van den Raad verlof moet hebben orn dergelijke vragen te stellen. De heer De Boer vindt, dat nu de heer Jorritsma het zoo vriendelijk vraagt, men het verzoek niet kan wei- geren. Hij vindt het echter een teere kwestie, om zooiets in het openbaar te behandelen en zou het beter vinden om de vragen in een geheime vergadering te stellen. De heer Tromp zegt, dat als het alleen vragen aan B. en W. betreft, deze hier niet op haar plaats zijn. Hij stelt daarom voor het verzoek van den heer Jorritsma niet in te willigen. De heer Jorritsma zegt, dat dit strijdt met de Gemeen- tewet. Mevr. de Voogt en de heer Moolenaar ondersteunen het voorstel van den heer Tromp. Mevr. de Voogt zou deze kwestie in de geheime ver- gadering behandeld willen zien. De heer |orritsma zegt, dat als men hem verbieden wil de vragen thans te stellen, hij deze bij de rondvraag zal doen. De heer Trornp zegt, dat dit geen kwestie van ver- bieden is. Het voorstel van den heer Tromp wordt verworpen met 6 tegen 4 stemmen. Vöör stemden Mevr. de Voogt en de heeren Tromp, Breed en Moolenaar, terwijl de beide wethouders buiten stemming bleven. De Voorzitter zou de vragen van den heer Jorritsina willen voorlezen en na elke vraag het antwoord daarop willen geven. De heer Jorritsma gaat daarmede accoord. (Jntslag Vraag 1. Kunnen B. en W. ook mededeelen wat de werklooze reden is geweest, dat de werknran G. Veen, werkzaam geweest bij de werkverschaffing, is ontslagen? Antw. De oorzaak van het ontslag van den werkman G. Veen is een gevolg van het onbehoorlijk optreden tegen een boven liern gestelde. Vraag 2. Indien de betrokkene zich weder aanmeldt, komt hij dan weder in aanmerking voor steun? Antw. Bij de werkverschaffing kan hij niet mecr worden aannenomen. Mocht hij meenen voor steun in aanmerking te komen, dan kan hij zich vervoegen bij het Burgerlijk Armbestuur. Waterk. Vraag 3. Kunnen B. en W. ook mededeelen wat de damGrotst. oorzaak is geweest, dat de waterkeeringsdam bii d- werkzaanrheden van het z.g. Grotstuk is doorgebroken'^ Antw. De oorzaak dat de waterkeerinesdam oo het z.g. Grotstuk is doorgebroken, is vernroedelijk te wijten aan de omstandigheid, dat de werkzaamheden voor het graven van den vijver te lang duren, waardoor de zand- dam achter de waterkeering is verslapt en deze dienten-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1924 | | pagina 7