df. SïVto S'e°°k SnJ°°,rS
15 APRIL 1924 S1
De heer Jorritsma vraagt, wat de bedoehng van
Burgemeester en Wethouders is omtrent de voo.&e-
stelde afd. III, die handelt over natuurschoon.
De Voorzitter antwoordt, dat dit ts orn ontsien g
te voorkomen.
De heer lorritsma vraagt„in welke mat
De voorzitter antwoordt: „in de mate as toor
De^heer"j(^ritsma ^egtf dat reclame op een eigen
is in zoover het geldt reclame voor zaken, d.e m
huis worden vervaardigd of yerhandeld, 5iiv
De heer Jorritsma zegt, dat een reclame a s b.jv.
door de apotheekbordjes dus n.et geoorlooW Se
De Voorzitter wijst er op, dat Burgemeesier e
Wethouders steeds vrijstelling van het ^rbod kunn^
verleenen, indien daardoor de schoonhe.d van de om
WlÄÏi niet, da. deze verorde
nlDge Vooiltfer zegt, da. de begrippen over aesthe.iseh
erg efscSnd zijn.' Sonrmige dingerworden door
allen nrooi gevonden en andere wo.den door a en
leeiiik eevonden en dan îs er nog een groot rnil.eu
dat onzeker is In deze gemeente zijn ook reclame-
bofden die nieï nrooi lijn en door nienrand moo.
ufi'r'eeT Dfïrfuk zegt, da. nu dus al.es is toege-
S'aDe Voorzitter antwoordt bevestigend, echter alleen
voor zoover betreft het niet landehjk gedeelte.
De heer De Breuk zegt, dat de verordenmg hem
'^^Teër^De Se" merkt op, dat de heer Jorritsma
de verordening wel vervelend vindt, maar sPre^er
heeft het idee dat men iemand wel eens tegen z.ch
zelf moet beschermen vooral als hij de afschuwel^ke
plaat ziet op het huis aan den Binnenweg, dat te koop
W°De\aeÄ°Htsma zegt, dat hij heel goed begrepeu
heeft dat de bedoeling is de platenplakker.j van den
laatsten tijd tegen te gaan. Reclame voor een paa
nog
lang plezier van de platenplakkenj zal hebben. Spre-