59
24 JUNI 1924
a. voor minderjarige leerlingen, wier ouders bei-
den of een van beiden in de gemeente Heemstede
hun hoofdverblijf, in den zin van art. 244a der Ge-
meentewet hebben, naar het inkomen, dat hunne ou-
ders geacht worden, te bezitten
b. voor ouderlooze of meerderjarige leerlingen, die
zelven in de gemeente Heemstede hun hoofdverblijf
in den zin van art. 244a der Gemeentewet, hebben,
naar het inkomen dat zij geacht worden te bezitten
c. voor minderjarige leerlingen, die, in den zin
van art. 244a der Gemeentewet, in de gemeente Heem-
stede hoofdverblijf hebben, doch wier ouders of voog-
den hun hoofdverblijf, als in dat artikel bedoeld elders
houden, tot het volle bedrag van f 400.
d. voor leerlingen bedoeld onder a of b die meer
dan eenmaal niet tot eene hoogere klasse van een
der in art. 1 bedoelde scholen kunnen worden be-
vorderd, tot het volle bedrag van f400,—
e. voor leerlingen welke na het verkrijgen van het
diploma nog de lessen aan de schoo! wenschen te
volgen, tot het volle bedrag van f 400.—
In bijzondere gevallen als bij ziekte en dergelijke,
ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders,
kan op verzoek van de belanghebbenden de bereke-
ning van het retributiegeld voor de leerlingen bedoeld
onder d geschieden als voor die vermeld onder a of
b van dit artikel.
Art. 3.
Onder „inkomen" in deze verordening wordt ver-
staan het „belastbaar" inkomen volgens de kohieren
van de plaatselijke inkomstenbelasting voor het belas-
tingjaar dat den len Mei le voren is aangevangen of
bij gemis van deze gegevens volgens schatting door
Burgemeester en Wethouders.
Indien door vermindering van inkomsten voor dat
belastingjaar geen aanslag kan plaats hebben, wordt
onder „inkomen" verstaan het belastbaar inkomen
over het loopende kalender- of boekjaar, volgens
schatting door Burgemeester en Wethouders.
Daling van inkomen in den loop van het cursusjaar
geeft geen aanleiding tot vermindering van het retri-
butiegeld.
Art. 4.
Het retributiegeld, per leerling en per jaar verschul-