24 JUNI 1924. 143 behoeven daarom nog niet meer te betalen en kunnen dezelfde subsidie blijven behouden. De heer Van Unen heeft met verwondering de voorstellen, die nu aan de orde zijn gehoord. Hij gelooft, dat men nu bezig is een voor Heemstede noodlottige politiek te voeren. Als men de gemeente aantrekkelijk wil houden, dan moet men ook zorgen voor een flinke regeling. Spreker zegt, dat bij vestiging van middenstanders met ongeveer f 8000 inkomen, dezen, als zij kinderen hebben die MiJdelbareScholen bezoeken, een tijdlang wat aan de gemeente kosten, maar daarna komt een langeren tiid, dar zij aan de gemeente voordeel bieden Menschen met zoo'n inko- men zijn nog geen richards en voor de opvoeding der kinderen moeten zij zich toch reeds werkelijk op- offeringen getroosten. Spreker zegt, dat men aan de kinderen het beste moet geven en beaamt daarom niet, dat maar wat minder Middelbaar Onderwijs moet worden genoten hij verzet zich dan ook ten sterkste tegen eene minder gunstige regeling. De heer Jhr. Van de Poll zegt, dat de heer Van Unen een heel mooi betoog over deze zaak heeft ge houden. Hij had de regeling ook willen verdedigen, maar hij gelooft, dat de heer Van Unen die al veel beter heeft verdedigd, dan spreker had kunnen doen. Men moet ook kijken naar andere gemeenten, vooral naar de concurrentie van een gemeente als Bloemen- daal. Aan den staat moet voor het onderwijs ook heel veel worden betaald. Met de progressie van den heer Tromp kan spreker zich niet vereenigen. Deze is in het voorstel van B. en W. veel geleidelijker. De heer Tromp geeft dit niet toe. De heer Jorritsma wil, om misverstand te voorko- men, er op wijzen, dat hij er voorstander van is om heelemaal geen schoolgeld te heffen en dat dit heele- maal door de gemeenschap moet worden betaald. Het voorstel van den heer Tromp wordt voldoende ondersteund. De heer Baron Van Hardenbroek zegt, dat wanneer de cijfers van het staatje in artikel 4 worden gewijzigd in 50, 70, 90, 110, 140, 170, 20', 240, 280, 300, 350 en 400, de verschillen niet zoo noemenswaard zijn en dat de menschen daarvoor de gemeente nietzullen verlaten. Het lijkt hem ten eenen male onjuist, dat de gemeenschap voor hoogere inkomens nog moet bij- dragen. De heer Jhr. Van de Poll zegt, dat men dan reeds bij f 7000 op de volle f 400 komt. De heer Baron Van Hardenbroek merkt op, dat wtnneer men opklimt tot f7500 de cijfeis nog gun- stiger worden en het verschil nog geringer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1924 | | pagina 12