24 JUNI 1924
144
De Voorzitter zegt, dat de cijfers wel heel mooi
worden geschikt, maar om boven f7500 het voüe
pond te laten betalen, lijkt hem beslist een te lage
grens. Herhaaldelijk komen er bezoeken op het Raad-
huis om inlichtingen over de condities voor het wonen
in Heemstede. De belasting viel dan wel mee, maar
van het schoolgeld kregen ze een schrik. Hij weet
een belastingambtenaar, die hier f 1200 schoolgeld zou
moeten betalen. Hij weet een ander persoon, die zicli
hier wilde vestigen, maar om het schoolgeld niet ge-
komen is. Die persoon is toen in Hilversum gaan
wonen. Dat zijn dingen uit de praktijk en spreker is
er van overtuigd, dat een hoog schoolgeld de vesti-
ging tegenhoudt.
De heer Van Unen wil het niet laten bij de nuchtere
beschouwing omtrent cijfers. Het verwondert heni,
dat zoo Middeleeuwsch geredeneerd wordt, dat men
het schooigeld zelf moet betalen en anders maar wat
dommer moet blijven. Hij gelooft, dat er zeer zeker
meer staten zijn, die ondergaan door vertrapping van
het intellect, dan door bevordering daarvan.
De heer Van der Erf zal de laatste zijn, die er niet
voor zou ijveren om het onderwijs te bevorderen.
Dat het schoolgeld zoo zwaar zou drukken, weegt
ook bij de minder bedeelden en hij gelooft, dat de
schoolgelddruk in een arbeidcrsgezin minstens even
zwaar wordt gevoeld als bij de anderen. Verschillende
arbeiders hadden we! willen verhuizen wegens het
goedkooper schoolgeld elders.
De heer Tromp zegt geschrokken te zijn van het
laatste argument, dat het schoolgeld de vestiging tegen
zou houden. Het bewijs is, dal ze alles willen hebben
en dat nooit genoeg wordt gegeven. Zij willen ten
slotte nog profiteeren van de arbeiders onr hun jon
gens naar school te zenden. Hij verwondert er zich
over, dat het eergevöel van het intellect niet grooter is.
Het voorstel van den heer Tromp wordt daarna in
stemming gebracht en verworpen met 10 tegen 5
stemmen, die van de heeren Tromp, Van der Erf,
Hilterman, Mevrouw Hoekstra en den heer Baron
Van Hardenbroek.
De heer De Breuk zegt, dat de bedoeling van art.
5 toch is, dat bij meer dan een kind in een gezin.
voor elk kind de aftrek geldt van 20 pCt. of 10 pCt.
van het retributiegeld.
De Voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer Jorritsma zegt indertijd b:j de begroodng
al eens te hebben gevraagd o:n vrijsteiling van
schoolgeld voor de allerlaagste inkomens. Spreker
heeft niet in deze artikelen kunnen lezen, dat een
jongen van een arbeider met minder dan f 1500 in-