24 JUNI 1924
153
De heer Tromp vraagt, of Wibaut daar geen Wet-
houder is.
De heer Jhr. Van de Poll wi st er op, dat als men
ongeveer f 160.000 winst uit de bedrijven haalt, dit
een verschil in het vermenigvuldigingscijfer geeft van
0.4. Als men tot gasprijsverlaging zou overgaan, dan
scheelt dit gauw op het vermenigvuldigingscijfer 0.2.
Men moet met andere gemeenten kunnen concurree-
ren. De winst op de bedrijven zal ook een vermin-
dering ondergaan, als er een stuk van de gemeente
af gaat. Een vestiging van nieuwe ingezetenen zal
nog niet altijd een vermeerdering van inkomsten ge-
ven. De malaise moet langzamerhand weer in orde
komen en de meerdere opbrengst van de industrié
komt eenige jaren later pas aan de gemeente ten
goede. Ook moet men rekenen met de manier van
het Rijk, om uitgaven te bezuinigen door deze op de
gemeenten af te schuiven. Ook moet inen rekenen
met meerdere uitgaven in de toekomst. Spreker zegt,
dat de heer Van Unen eigenlijk al 0.1 gewonnen
heeft door enkele uitgaven, die Burgemeester en Wet-
houders uit den gewonen dienst wilden betalen op
den buitengewonen dienst te brengen, gaat de Raad
daarmee door in 1924 dan geeft dit een verschil van
f 80.000 maar misschien doet de Raad dit niet meer.
De heer De Wilde zegt, dat dus uit de becijferingen
is gebleken, dat men bij aanneming van het voorstel
van den heer Van Unen maar voor 2 jaar gedekt is.
De heer Van Unen antwoordt, dat de reserves alleen
al voldoende zijn voor 2 jaar Wat meer uit de be-
drijven komt dan geraamd is, blijft er dan nog over.
De heer De Wllde zegt, dat die winst verminderd
als de gasprijs wordt verlaagd.
De heer Van Unen merkt op, dat als dit een gevolg is
van verlaging van den kolenprijs, dit niet zoo erg is.
De heer De Wilde zegt, dat de controleur der be-
lastingen inzage heeft in de zaken van particulieren
en van oordeel is, dat het bij vele een heelen tijd zal
duren voordat ze weer in normalen toestand zijn
spreker kan hierom zijn stem niet geven aan het voor-
stel van den heer Van Unen, maar zal met Burge-
meester en Wethouders meegaan.
De heer Jorritsma zegt, dat de heer Van Unen de
gemeente Amsterdam er bij gehaald heeft en dat de
heer Tromp toen den naam van Wibaut heeft genoemd.
Wibaut kan zich best zelf verdedigen, maar spreker
wil er op wijzen, dat een Wethouder van Financiën
in een dergelijke gemeente een heelen toer heeft om
den boel voor elkaâr te brengen.
Vervolgens komt in stemming het voorstel van den heer
VanUnen om het vermenigvuldigingscijfer te stellen opO.9
Dit voorstel wordt verworpen met li tegen 4stem-
men. Voor stemden de heeren Tromp, De Breuk,
Baron Van Hardenbroek en Van Unen.
Daarna komt in stemming het voorstei van Mevr.