77 Benoeming Onderwijzer O. L. School 29 JULI 1924 Aan den Raad. In ons voorste! van 18 October 1923, no. 98, inzake ontruiming van het gebouw der Openbare School door het Bureau voor Openbare Werken, teneinde die lokalen weder aan de vroegere bestemming van schoolgebouw te kunnen teruggeven, werd de wenschelijkheid naar voren gebracht om twee leslokalen meer in gebruik te nemen en het aantal leerkrachten, bedragende voor de L. School en U.L.O. School samen 6, met twee te vermeerderen. Intusschen is door Uw Coilege bij besluit van 21 Februari 1924, no 13, crediet verleend o.a. voor den verbouw van liet schoolgebouw, zoodat binnen niet te langen tijd meer sch.oollokalen beschikbaar zullen zijn. Het aantal leerlingen der Openbare Lagere School neemt steeds toe en voor -het nieuwe cursusjaar, dat met 2ö Augustus a.s. aanvangt, hebben zicu weder een groot aantal leerlingen aangemeld, zoodat het noo- dig is dat zoo spoedig mogelijk een van bedoelde twee leerkrachten in functie treedt. Zou, vöör dat de Lager Onderwijswet 1920 bij de wet van 30 Juni 1924, Staatsblad no. 319, werd ge- wijzigd, deze te benoemen onderwijzer voor rekening van het Rijk zijn gekomen, nu door die wetswijziging het aantal leerlingen per onderwijzer is gebracht op 48, blijft de jaarwedde van den te benoemen onder- wijzer voorloopig voor rekening van de gemeente. Uit de bespreking over ons hierboven aangehaald voorstel blijkt, dat volgens den toesfand op 15 No- vember 1923 beide te benoemen personen voor reke- ning van de gemeente zouden komen, doch dat door stijging van het aantal leerlingen wellichf één daarvan door het Rijk zou worden betaald. Nu dit tengevolge van die wetswijziging niet het geval is, hebben wij besloten thans een voorstel te doen tot benoeming van één onderwijzer, terwijl wij, als het juiste aantal kinderen na aanvang van den nieuwen cursus bekend is en dit gestegen is boven 192, nader zullen overwegen, of wij een voorstel zul- len doen tot benoeming van nog een leerkracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1924 | | pagina 27